Uitgeverij Aspekt

Uitgeverij Aspekt Uitgeverij Aspekt werd eind 1994 opgericht en in 1995 verscheen de eerste aanbieding.

https://www.pomgedichten.nl/index.php/2024/11/11/jan-kleefstra-dichter-van-de-eenvoud-en-de-verstilling-winterflarden-ee...
11/11/2024

https://www.pomgedichten.nl/index.php/2024/11/11/jan-kleefstra-dichter-van-de-eenvoud-en-de-verstilling-winterflarden-een-recensie-zijn-hang-naar-een-op-sterven-na-dood-zijn-van-het-leven/

JAN KLEEFSTRA dichter van de eenvoud en de verstilling – WINTERFLARDEN – een recensie – zijn hang naar een op sterven na dood zijn van het leven Geplaatst doorPom Wolff 11 november 202411 november 2024 Laat een reactie achter op JAN KLEEFSTRA dichter van de eenvoud en de verstilling – WINTER...

29/10/2024
Portnoy geportretteerd – een leven als podium van de tijdRECENSIEJan de RooyEthel in wonderland hoe de Amerikaanse Ethel...
25/10/2024

Portnoy geportretteerd – een leven als podium van de tijd

RECENSIE
Jan de Rooy
Ethel in wonderland hoe de Amerikaanse Ethel Portnoy een Nederlandse schrijfster werd
Isbn97894648722200
402 pagina’s

Een fascinerend boek, Ethel in wonderland, hoe de Amerikaanse Ethel Portnoy een Nederlandse schrijfster werd. Jan de Rooy, zelf een verdienstelijk auteur, heeft haar leven op boeiende wijze beschreven.
Portnoy werd in 1927 in Philadelphia geboren. Haar familie kwam oorspronkelijk uit Rusland en Polen en waren joods emigranten die via Ellis Island de nieuwe wereld ontdekten. Haar belangstelling ging al vroeg uit naar literatuur en Europa oefende een bijna mystieke aantrekkingskracht op haar uit. Zodra de mogelijkheid zich voortdeed pakte ze haar koffers en reisde via Bordeaux naar Parijs. Deze stad zou haar tekenen. Door bijzonder toeval raakte zij in contact met een kring jonge Nederlandse kunstenaars en schrijvers uit de hoek van de Vijftigers en ontmoette zij haar toekomstige man, Rudy Kousbroek.
Jan de Rooy schetst haar leven aan de hand van notities Portnoy zelf. Dit leverde ook de titel van het boek op, een knipoog naar Gertrude Stein. Hierdoor is het boek een verrassende inside in het leven en schrijven van Portnoy en de cirkels waarin zij zich bevond.
Niet iedereen was blij met haar aantekeningen over haar leven. Op haar sterfbed streden man en zoon om het manuscript. De eerste omdat hij het niet gepubliceerd wilde zien (Kousbroek vernietigde de nette versie) de ander, zoon Gabriel, omdat hij de schriftuur van zijn moeder wilde redden. Later werd een kladversie van de memories herontdekt en Jan de Rooy werkte deze uit tot het boek van haar leven. Hierdoor heeft Portnoy postuum toch nog alle ruimte gekregen.
Het is interessant te zien hoe het jonge stel Kousbroek en Portnoy manoeuvreerden door het Parijs van hun jonge jaren. Via allerlei bijbaantjes moesten de ‘Vijftigers’ en andere kunstminnenden, waartoe ook Karel Appel en Simon Vinkenoog en Hugo Claus behoorden, zien rond te komen.
De relatie Portnoy en Kousbroek ontspon zich van aanvang anders dan haar andere relaties. Daar waar het bij haar vroegere lovers vooral lichamelijk was, was Kousbroek de eerste man met wie zij onbekommerd oogcontact kon hebben zonder schroom. Ze had haar geestelijke zielsverwant ontdekt. De wat onhandig en verlegen ogende Kousbroek laveerde tussen de studie wiskunde en de letteren en wilde op een blauwe maandag ook nog Chinese letterkunde studeren. Vooral de letterenliefde zou het element tussen hen vormen, net als de twee kinderen die zij samen kregen in de jaren zestig.
Via letterkundige Bert Poll diende zich een kans aan zich definitief in Nederland te vestigen. Aan de Koninginnegracht stond een verwaarloosd huis te koop. Het was boven het budget en er was ‘snijdende wind door de kieren’, maar het was een unieke kans. Met voorschotten via de uitgeverij voor boeken, en via een persoonlijke lening van Karel Appel kon het pand worden aangekocht.
Het was begin jaren 70 nog een tijdje schipperen tussen Parijs en Den Haag. Schipperen was het ook in de vriendschappen, met Reve, met Hermans met Vinkenoog. Literaire ruzies zijn berucht en komen ook in dit werk aan bod. Woedend was Kousbroek op Bezonken rood van Jeroen Brouwers, de herinneringen aan een jeugd in het jappenkamp. Volgens Kousbroek klopte er niets van het boek en was het geschiedvervalsing. Hij deed daarbij een beroep op zijn eigen indische jeugd. Portnoy stangde Kousbroek graag door te melden dat zij meer van Brouwers wilde lezen, en dat hij, 10 jaar ouder, van een andere generatie was en het geheel anders had beleefd.

Het open huwelijk van Portnoy en Kousbroek zorgde ook voor de nodige spanningen, evenals Kousbroeks wellustige blik op de jeugdvriendinnetjes van zijn dochter. Portnoy keek de andere kant op, ‘gedienstig als ik ben’.
Leven in de kunst vereiste een soepele mores. Je neemt het en passant mee in het boek van De Rooy. Het leven van Portnoy is benut als podium voor de bekenden van haar tijd, naast schrijvers ook journalisten als Andre Spoor, Henk Hofland en Jerome Heldring. Na haar debuut in 1971 met Steen en been en andere verhalen (Meulenhoff) ontpopte zij zich tot een constante schrijfster, die vrijwel, na een langzame start, ieder jaar een boek of meer aan haar oeuvre toevoegde. Het vrouwelijke en vrouwelijke auteurs speelden altijd een hoofdrol in haar werk.
Toen zij op 77 jarige leeftijd overleed was haar dood het openingsitem op het NOS-journaal. Een wonderlijke paradijsvogel was heengegaan. Haar vaak autobiografische werk vormt een rijk oeuvre dat achter bleef. Rudy Kousbroek overleed een aantal jaar later. Remco Campert hield de afscheidsrede. Ethel werd met geen woord genoemd. Deze serieuze omissie is door Jan de Rooy rechtgezet met dit degelijke en voortreffelijke biografische werk.

Perry Pierik

Het oeuvre van Portnoy:
• 1971 - Steen en been en andere verhalen. Meulenhoff.
• 1974 - De brandende bruid. Meulenhoff
• 1978 - Broodje Aap. De folklore van de post-industriële samenleving. De Harmonie, Amsterdam (urban legends)
• 1978 - Belle van Zuylen ontmoet Cagliostro: Een toneelstuk in twee bedrijven. Meulenhoff
• 1981 - Het ontwaken van de zee. Meulenhoff
• 1983 - Vliegende vellen: Schetsen en verhalen. Meulenhoff
• 1984 - Amourettes en andere verhalen. Knippenberg
• 1984 - Vluchten: Reisverhalen. Meulenhoff
• 1985 - Een hondeleven. Arbeiderspers, Amsterdam
• 1986 - De geklede mens. Cantecleer
• 1986 - De lifter en andere verhalen. Anthos
• 1987 - Dromomania. Stiefkinderen van de cultuur: Essays. Meulenhoff
• 1989 - Opstandige vrouwen. Meulenhoff
• 1990 - Rook over Rusland: Reisverhaal. Meulenhoff
• 1991 - De eerste zoen. Meulenhoff.
• 1992 - Europese kusten: Fotografische impressies. Martin Kers, photography. Inmerc
• 1992 - Gemengde gevoelens. Meulenhoff
• 1992 - Madonna's appel: Over vrouwen en de media. Meulenhoff
• 1992 - Broodje aap met: Een verdere bijdrage tot de folklore van de post-industriele samanleving. Harmonie.
• 1993 - Altijd zomer. Meulenhoff
• 1994 - Overal thuis: Reisverhalen. Meulenhoff
• 1996 - Bange mensen: Een Haagse vertelling. Meulenhoff
• 1998 - Genietingen: Essays.Meulenhoff
• 2000 - Zielespijs en wat verder ter tafel komt: Essays. Meulenhoff
• 2003 - Portret. Meulenhoff (memoirs)
• 2004 - Parijse feesten. Meulenhoff
• 2004 - Vijf onbekende zaken van Sherlock Holmes. De Harmonie

22/10/2024
15/10/2024

Recensie - Kunsttijdschrift Vlaanderen

‘Ik heet Lies!’ De vergeten geschiedenis van de Hollandkinder van Jeroen Terlingen

_______________________________________________________________________

Al in het najaar van 1917 kwam een eerste kinderkonvooi, bestaande uit zwakke en ondervoede, Oostenrijkse kinderen vanuit Wenen en het omliggende naar het neutrale Nederland om er aan te sterken. Ze werden in de pers en door de goegemeente “Hollandkinder” of ‘Oostenrijkse bleekneusjes’ genoemd.
Het eerste officiële kindertransport volgde op 15 juli 1918 en bestond uit 350 kinderen. Twee dagen later kwam het konvooi in Zevenaar aan. Een reporter reisde mee. Zo weten we dat de Zusters van de Goddelijke Herder in Wenen de ‘treinwagons met slingers en bloemen versierden en dat ter hoogte van Passau een paar uur vertraging ontstond, omdat een Schlingel (een deugniet) aan de noodrem had getrokken. In Würzberg stonden om vijf uur ’s nachts vrijwilligers op het perron te wachten met thee en boterhammen met marmelade’.

In plaats van aan het einde van de middag, kwamen de slaperige, verkleumde er was geen verwarming op de trein— kinderen midden in de nacht op hun Nederlandse bestemming toe. Hun ontberingen waren snel vergeten — noteerde de meegereisde verslaggever— dankzij bekers melk, die verdund werd om hun spijsvertering niet van slag te brengen.

Deze transporten waren mee het initiatief van vooral de katholieke kerk.

Het volgende transport vond pas op 14 mei 1919 plaats, en het daaropvolgende van 400 kinderen arriveerde op 20 juli in Zevenaar. Daarna en dat gedurende vijf jaar vonden er maandelijks of later om de twee maanden kindertransporten plaats. De transporten werden steeds beter georganiseerd. De meeste kinderen zagen toen voor het eerst in hun leven de zee. Veruit het grootste deel van de kinderen bleven een paar maanden en vertrokken toen, gezond en wel, terug naar huis. Op 17 mei 1924 keerde het laatste transport met Hollandkinder in Wenen terug. In totaal werden zo’n 65.000 kinderen uit de voormalige Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie in Nederland opgevangen. Zo’n duizend kinderen, veelal wezen, bleven definitief in Nederland en werden door kinderloze koppels opgevangen of geadopteerd.
Na een inleiding beschrijft journalist-publicist Jeroen Terlingen in zijn boek ‘Ik heet Lies!’ het levensverhaal van het Oostenrijkse weesmeisje Liesl Kaltofen dat opgevangen werd door een katholieke familie in Utrecht. Haar levensverhaal vormt de rode draad in de chaotische ontwikkeling van Europa in de vorige eeuw, waarin haar geboorteplaats in Bohemen vier keer van nationaliteit

veranderde. Door zichzelf te blijven, slaagde Liesl erin om haar immigratie tot een succes te maken. Zij werd Lies.
Bij ons werden na de wapenstilstand van november 1918 enkele duizenden verwaarloosde Hongaarse kinderen opgevangen. Nederland kon veel meer doen omdat het als neutraal land nagenoeg niet geleden had. Grote delen van België lagen in puin en de nood van de eigen bevolking was des te groter.

Een vlot geschreven boek met illustraties en een bibliografie.

15/10/2024

Recensie - Kunsttijdschrift Vlaanderen

'In de schaduwen van de toekomst'. Essays over expressionistische films van Dorian d’Oliveira

___________________________________

De strijd tussen de filmreuzen van Berlijn en Hollywood werd in de jaren 1920 beslecht in het voordeel van laatstgenoemde droomfabriek. Regisseurs als Ernst Lubitsch, Paul Leni en Friedrich Murnau werden weggekocht. Europese actrices zoals Greta Garbo en Marlene Dietrich groeiden in de Verenigde Staten uit tot wereldsterren. Als echte godinnen uit Hollywood liet ze overal de kassa’s rinkelen.

Geruime tijd werden expressionistische films vooral begrepen in relatie tot de twee grote oorlogen die het Europese continent teisterden. In het nieuwe millennium vormden deze rolprenten het decor van een bezeten cultuurstrijd. Zogenaamde criticasters hekelden in hun filmduidingen gedecideerd de westerse beschaving.

In deze bundeling van tien essays worden diverse Duitse expressionistische films besproken. Onder meer Das Cabinet des Dr. Caligari, Das Wachsfigurenkabinett, M-eine Stadt sucht einen Mörder van Fritz Lang, Mädchen in Uniform en Die Stadt ohne Juden.

Enkele in deze bundel opgenomen essays verschenen eerder in het culturele tijdschrift Bühne. Deze zijn gedeeltelijk herschreven en geactualiseerd. De meeste bijdragen zijn echter speciaal geschreven voor In de schaduwen van de toekomst. Enige voorkennis is een pluspunt. Dorian d’Oliveira is cultuurfilosoof; hij/zij is cultuurfilosoof.

Adres

Amersfoortsestraat 27
Soesterberg
3769AD

Meldingen

Wees de eerste die het weet en laat ons u een e-mail sturen wanneer Uitgeverij Aspekt nieuws en promoties plaatst. Uw e-mailadres wordt niet voor andere doeleinden gebruikt en u kunt zich op elk gewenst moment afmelden.

Contact

Stuur een bericht naar Uitgeverij Aspekt:

Video's

Delen

Type


Andere Soesterberg mediabedrijven

Alles Zien