Lampas

Lampas Lampas. Het tijdschrift voor classici. Voor eenieder die zich beroepshalve met de klassieke Oudheid bezighoudt.
(2)

De NRC van 15 mei jl. plaatste een interview met classicus en schrijver Arjan van Veelen over het eindexamen Grieks van ...
17/05/2024

De NRC van 15 mei jl. plaatste een interview met classicus en schrijver Arjan van Veelen over het eindexamen Grieks van de voorgaande dag. Van Veelen prijst de leerlingen van het huidige examenjaar gelukkig, omdat zij ‘twee van de mooiste literaire teksten uit de filosofie in het origineel mogen lezen.’ Die twee mooiste literaire teksten, dat zijn de grotvergelijking uit de Politeia en de mythe over het ontstaan van de liefde uit het Symposion.

In Lampas 57.1 staat een artikel van Gerard Boter over de grotvergelijking. Mensen zitten vanaf hun vroegste jeugd vastgebonden in een grot. Het enige wat ze kunnen zien is de achterwand. Achter de gevangenen staat een muur, daarachter loopt een pad, en daar weer achter brandt een vuur. Langs het pad lopen mensen die voorwerpen dragen. De schaduwen van die voorwerpen vallen op de wand waarop de gevangenen uitkijken. Doordat de gevangenen nooit iets anders hebben gezien dan de schaduwen op de wand, houden ze die schaduwen voor de werkelijkheid.

Boters artikel is een van de bijdragen in dit nummer die aansluiten bij het Plato-pensum voor het CE Grieks. Voor het eindexamen 2024 komen we met deze signalering te laat. Maar Boters artikel is een goede aansporing om, bevrijd van de druk van het examen, te blijven nadenken over de grotvergelijking. Juist doordat die behoort tot ‘de mooiste literaire teksten uit de filosofie’, krijgt de lezer immers de neiging geen oneerbiedige vragen te stellen. Boter laat zich door zijn bewondering voor Plato niet weerhouden de vinger te leggen bij punten waar de vergelijking mank gaat. Ook houdt hij de relatie tussen de grotvergelijking en de twee vergelijkingen die daaraan voorafgaan, tegen het licht: de vergelijking van de zon en de vergelijking van de lijn. Deze drie vergelijkingen verbeelden de relatie tussen enerzijds de onbestendige materiële wereld en anderzijds de immateriële wereld van de Ideeën, de enige objecten van waarachtige kennis.

Uit de titel van Boters bijdrage, ‘Horen, zien en spreken’, blijkt waar hij vragen stelt over de voorstelling van de gevangenen in de grot. We moeten ons beperken tot één voorbeeld. Plato’s Socrates houdt zijn gesprekspartners voor dat, mochten de dragers van de voorwerpen op het pad geluid maken, de gevangenen daarvan de echo zullen horen via de wand waarop zij uitkijken, en dat zij zullen denken dat de daarop geprojecteerde schaduwen de geluidsbron zijn. Boter wijst er fijntjes op dat het voor de gevangenen ‘onmogelijk [is] om niet de originele geluiden te horen die door de echo weerkaatst worden.’ Nu bieden Socrates’ gesprekspartners in de Politeia meestal weinig weerwoord, dus dit probleem wordt in de dialoog zelf niet gesignaleerd. Natuurlijk niet, want het raakt de voorstelling van de conditie van de gevangenen, die schaduwen voor originelen en echo’s voor geluiden houden, in de kern. Opvallender is dat het naar Boters beste weten ook nadien nooit is opgemerkt.

Tenslotte. Boter geeft in dit artikel een fraaie demonstratie van zijn vermogen om tekstkritische problemen op een toegankelijke manier uit te leggen. Wie wil weten wat er in Resp. 515b4-5 écht heeft gestaan doet er voortaan goed aan bestaande edities terzijde te leggen en Lampas 57.1 ter hand te nemen.

Berichten van Lampas mogen gedeeld worden, graag zelfs.

Een belangrijk kenmerk van Livius' stijl is zijn vermogen om lezers de vertelde gebeurtenissen te laten visualiseren en ...
18/04/2024

Een belangrijk kenmerk van Livius' stijl is zijn vermogen om lezers de vertelde gebeurtenissen te laten visualiseren en zo als het ware ooggetuigen te laten zijn. Livius doet dat in vaak lange periodes die, naarmate de zin vordert, steeds meer details aan het beeld toevoegen. Voor leerlingen zijn deze lange periodes een groot struikelblok, omdat ze het overzicht kwijtraken en de structuur van de zin uit het oog verliezen. Om leerlingen houvast te geven proberen docenten hulp te bieden door een syntactische analyse, die in de meeste gevallen uitgaat van het predicaat en de noodzakelijke aanvullingen. Hoewel leerlingen zo steeds dezelfde vragen in dezelfde volgorde kunnen stellen aan een zin, zit er een belangrijk nadeel aan. De volgorde van de Latijnse zin, die door een auteur met zorg is gekozen, wordt volledig genegeerd. In zijn bijdrage "Livius als film. Lezen volgens de positionele methode" geeft Michiel van der Keur een alternatief, dat wel recht doet aan de volgorde van het Latijn en tegelijk ook de mogelijkheid biedt dezelfde vragen in dezelfde volgorde te stellen. Hij maakt daarvoor gebruik van twee uitgangspunten. De tekst wordt aangeboden in kola, in korte betekeniseenheden, en de tekst wordt benaderd via de positionele methode, waarbij niet de syntaxis maar de pragmatiek de woordvolgorde bepaalt. Deze methode gaat uit van een kernzin, waaromheen nog een kader en een precisering kunnen staan. Binnen de kernzin is er een vaste volgorde van pragmatische rollen: perspectief, objectief, betrokkene, relatie ( = predicaat). Van der Keur bespreekt hoe de positionele methode werkt, wat kola zijn en welke hulpmiddelen gebruikt kunnen worden om kola af te bakenen. Het belangrijkste deel van zijn bijdrage is een analyse van een passage uit Livius, waarin hij de tekst lineair benadert en laat zien hoe Livius zijn zinnen zorgvuldig opbouwt, als was hij een filmregisseur die zijn kijker stap voor stap door een scène loodst door steeds meer details toe te voegen. Hoe het in de praktijk werkt, leest u in Lampas 57.1

Dit bericht komt aan de late kant, want het eerste nummer van de nieuwe jaargang van Lampas lag al vóór Pasen bij onze a...
08/04/2024

Dit bericht komt aan de late kant, want het eerste nummer van de nieuwe jaargang van Lampas lag al vóór Pasen bij onze abonnees in de bus. De artikelen in dit nummer zijn de neerslag in druk van de VCN-Nazomerconferentie 2023; de eindexamenauteurs Plato en Livius staan centraal. Gerard Boter beantwoordt de vraag of het nog de moeite loont af te dalen in Plato’s grot met een welsprekend ‘Ja!’ Arjan Nijk houdt een pleidooi voor het betrekken van pragmatische partikels bij het lezen in de onderwijspraktijk; hij biedt daartoe ook een handreiking. Remco Regtuit laat zien hoe een Griek zijn zinnen construeert – in kola – en demonstreert hoe het zichtbaar maken van deze ‘hapklare brokken’ leerlingen helpt alarmerend lange zinnen meester te worden en oog te krijgen voor de door de auteur gekozen woordvolgorde. De voorbeelden komen uit Herodotus en Lysias. In aansluiting op de bijdrage van Regtuit geeft Michiel van der Keur een demonstratie van de voordelen van de ‘positionele leesmethode’ bij de lectuur van Livius. De voordelen zijn volgens hem niet alleen van praktische, maar ook van principiële aard: als we de klassieke auteurs serieus willen nemen, moet het veeleer gaan om lezen dan om vertalen. Caroline Kroon, tenslotte, bespreekt de verteltechniek in Livius’ Hannibalboeken. Daartoe gebruikt zij een analyse-instrument dat presentatiewijze (‘discourse mode’), vertelstructuur en spanningsbogen combineert. Zo probeert ze wat meer handen en voeten te geven aan de paragraaf over Livius’ stijl in de Syllabus Centraal Examen Latijnse Taal en Cultuur 2024.
Te lezen in Lampas 57.1. Berichten van Lampas mogen gedeeld worden, graag zelfs!

Morgen is inmiddels vandaag: de Week van de Klassieken is begonnen!
04/04/2024

Morgen is inmiddels vandaag: de Week van de Klassieken is begonnen!

Morgen trappen we af met de Week van de Klassieken! Met bijna 40 activiteiten variërend van (online)lezingen, podcasts, quizzen en een Romeinenweekend. Doe mee en meld je aan voor een van deze activiteiten! https://www.weekvandeklassieken.nl/agenda

Lampas 57.1 staat online:
21/03/2024

Lampas 57.1 staat online:

Amsterdam University Press is a leading publisher of academic books, journals and textbooks in the Humanities and Social Sciences. Our aim is to make current research available to scholars, students, innovators, and the general public. AUP stands for scholarly excellence, global presence, and engage...

Volg de FB-pagina van Week van de Klassieken voor activiteiten in de periode 4-14 april 2024:
21/03/2024

Volg de FB-pagina van Week van de Klassieken voor activiteiten in de periode 4-14 april 2024:

Hoe gingen mensen in de Oudheid om met de natuur?]

Van de uitbarsting van de Vesuvius tot landbouw en wilde dieren, natuurbehoud en klimaatverandering in het oude Griekenland, Rome, Egypte en het Nabije Oosten: de zeventiende editie van de Week van de Klassieken (4 t/m 14 april 2024) staat volledig in het teken van het centrale thema ‘Mens en natuur’. Het programma van de Week biedt ook dit jaar weer een breed aanbod aan activiteiten voor alle leeftijden en interesses. Zo zijn er lezingen, een pubquiz, boekpresentaties, muzikale optredens, podcasts, tekenworkshops, een verhalenverteller en een Romeins familieweekend.

Alle activiteiten draaien om de relatie tussen mens en natuur in de oudheid, in de breedste zin van het woord. De evenementen vinden plaats op diverse locaties in het land en zijn ook (deels) online te volgen. Daarnaast zijn er Engelstalige lezingen met internationale sprekers en de blogreeks ‘Wegen naar Rome’. Het volledige programma is te vinden op www.weekvandeklassieken.nl

De Week van de Klassieken is een initiatief van Addisco Onderwijscentrum, Allard Pierson, Nederlands Klassiek Verbond, Tresoar en Rijksmuseum van Oudheden

Editie 2024 wordt gesteund door hoofdsponsor Labrys Reizen / specialist bijzondere groepsreizen en Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep.

De Week komt tot stand dankzij bijdragen van Uitgeverij Hermaion, Lampas, Vereniging Classici Nederland, Vrienden van het Gymnasium, Athenaeum Boekhandels, Roma Aeterna, Archon National Research School of Archaeology, Stichting Zenobia, Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO), Universiteit Leiden / Leiden University, University of Amsterdam / Universiteit van Amsterdam, University of Groningen, Uitgeverij Staal en Roeland, Hereditas Nexus.

Griekse en Romeinse geschiedschrijvers maakten er geen gewoonte van om redevoeringen van historische personen woordelijk...
09/02/2024

Griekse en Romeinse geschiedschrijvers maakten er geen gewoonte van om redevoeringen van historische personen woordelijk te reproduceren. Soms geven ze dat ook gewoon toe. Voor moderne historici van de Oudheid is dat een probleem. Hoe verhoudt een redevoering in een geschiedwerk zich tot wat werkelijk is gezegd? In de regel kunnen we daar alleen naar gissen. Maar in het geval van de redevoering waarin keizer Claudius toelating van leden van de elite van Gallia Comata tot de senaat bepleitte, ligt dat anders. Hier hebben we niet alleen de redevoering bij Tacitus, maar dankzij de Tabula Lugdunensis ook een aanzienlijk deel van het origineel. We kunnen dus nagaan hoe Tacitus tewerk ging, en dat is wat Simon Malloch in zijn bijdrage aan het themanummer over de Tabula Lugdunensis doet. Hij laat zien dat ‘Tacitus did not produce a totally free composition’. De geschiedschrijver moet een kopie van Claudius’ redevoering hebben geraadpleegd. Hij veroorlooft zich de nodige artistieke vrijheden in de vormgeving. Daarbij hoort ook een stevige inkorting: waar maar liefst 17 regels van de inscriptie over de koningstijd gaan, heeft Tacitus aan vier woorden genoeg, ‘advenae in nos regnaverunt’, ‘vreemdelingen zijn koning over ons geweest.’ Maar de geschiedschrijver heeft de voornaamste gedachten uit de redevoering van de keizer gedistilleerd en hij geeft die correct weer. Malloch spreekt van een ‘re-performance of the Claudian source text.’
Maakte Tacitus bij het componeren van de redevoeringen in zijn geschiedwerken in de regel gebruik van een versie van wat werkelijk was gezegd, als die voorhanden was? Legde hij altijd zulke beperkingen op aan zijn artistieke vrijheid? Malloch suggereert dat zijn werkwijze in dit geval niet onrepresentatief is: ‘Tacitus’s handling of Claudius’s speech on the Gauls offers an invaluable clue to answering these general methodological questions.’ Of men het in dezen met hem eens is of niet, zijn artikel biedt stof tot nadenken over een centraal probleem van onze omgang met Grieks-Romeinse geschiedschrijving.

Het programma omvat ook de Ken-Uw-Klassieken Pubquiz! 4 april!
28/12/2023

Het programma omvat ook de Ken-Uw-Klassieken Pubquiz! 4 april!

Het overzicht van alle activiteiten vanuit het Rijksmuseum van Oudheden tijdens de Week van de Klassieken, van 4 t/m 14 april 2024.

Lampas 56.4 is een themanummer over een bronzen plaat die in 1528 in Lyon werd gevonden. Op deze plaat staat een deel va...
20/12/2023

Lampas 56.4 is een themanummer over een bronzen plaat die in 1528 in Lyon werd gevonden. Op deze plaat staat een deel van een redevoering die keizer Claudius in het jaar 48 in de senaat heeft gehouden. De plaat staat bekend als de ‘Tabula Lugdunensis’ of ‘Tabula Claudiana’. In zijn redevoering bepleitte de keizer de toelating van aristocraten uit ‘Langharig Gallië’ tot de senaat. We kennen van deze redevoering ook de versie van Tacitus (Annalen Boek 11). In dit themanummer wordt de Tabula Lugdunensis vanuit verschillende invalshoeken belicht, in samenhang met Tacitus’ behandeling van de episode. Elsemieke Daalder behandelt in een rechtshistorische bijdrage onder andere de vraag wat het senaatsbesluit dat op Claudius’ redevoering volgde, precies behelsde. Simon Malloch vergelijkt de authentieke redevoering op de Tabula met Tacitus’ versie. Casper de Jonge presenteert een retorische analyse van Claudius’ redevoering. Suzanne Adema laat, aan de hand van het concept Discourse Act, zien welke communicatieve stappen de keizer zette. Ton Derks behandelt de materiële dimensie en archeologische context van de Tabula, Jan Waszink de receptie in de 16de eeuw. Vincent Hunink vertaalde het weerbarstige Latijn van Claudius in helder Nederlands. De gastredactie, bestaande uit Suzanne Adema en Jaap-Jan Flinterman, legt in de inleiding uit wat de historische betekenis is van het besluit waarin Claudius’ redevoering uitmondde.

Bij wijze van kerstcadeautje biedt de Amsterdam University Press het artikel van Ton Derks, ‘De bronzen inscriptie van keizer Claudius’ rede in het heiligdom van de Tres Galliae in Lyon’, in open access aan.

https://www.aup-online.com/content/journals/10.5117/LAM2023.4.008.DERK

De redactie van Lampas wenst de lezers van ons tijdschrift prettige feestdagen en een goed 2024.

Lampas 56.4 staat online. Binnenkort meer over de inhoud van dit nummer.
15/12/2023

Lampas 56.4 staat online. Binnenkort meer over de inhoud van dit nummer.

Amsterdam University Press is a leading publisher of academic books, journals and textbooks in the Humanities and Social Sciences. Our aim is to make current research available to scholars, students, innovators, and the general public. AUP stands for scholarly excellence, global presence, and engage...

‘Noch man noch vrouw’. Onder die titel behandelt Rik Jansen de vraag hoe de Romeinse samenleving aankeek tegen mensen di...
07/12/2023

‘Noch man noch vrouw’. Onder die titel behandelt Rik Jansen de vraag hoe de Romeinse samenleving aankeek tegen mensen die niet aan de voorwaarden van het binaire geslachtssysteem voldeden, en welke behandeling hun ten deel viel. Hij concentreert zich op twee groepen vertegenwoordigers van het ‘derde gender’: hermafrodieten en eunuchen – waarbij de laatstgenoemde categorie weer kan worden onderverdeeld in mannen wier geslachtsorganen door een speling van de natuur of van het lot niet of minder functioneren (‘spadones’), en ‘castrati’, bij wie die situatie het resultaat is van bewust menselijk ingrijpen. Het bronnenmateriaal dat hij aanboort om zijn vraagstelling te beantwoorden bestaat vooral uit medische en juridische teksten, die hij analyseert tegen de achtergrond van de normatieve Romeinse opvattingen over mannelijk- en vrouwelijkheid.

Wat betreft eunuchen, volgens Galenus leidt verwijdering van de testikels tot verlies van mannelijkheid en kracht, met als resultaat een wezen dat man noch vrouw is. Opeenvolgende keizers (Domitianus, Hadrianus, Constantijn) verboden castratie, maar uit de herhaling van de verbodsbepalingen blijkt hun geringe succes. Interessant is dat de jurist Ulpianus inzake het huwelijksrecht een onderscheid maakt tussen ‘spadones’, die wel, en castraten, die niet mochten trouwen. Beide categorieën eunuchen vielen echter onder de verplichtingen van de voogdij en konden een rechtsgeldig testament opmaken.

De geboorte van een hermafrodiet werd in de Romeinse republiek beschouwd als een teken (‘prodigium’) dat de harmonieuze relatie tussen de Romeinse burgerij en de godenwereld (‘pax deorum’) was verstoord. Herstel van die relatie vereiste dat de pasgeborene uit de gemeenschap werd verwijderd, zo nodig door fysieke liquidatie. In de Keizertijd was hierin verandering gekomen. Medici beschouwden hermafroditisme als een lichamelijke afwijking, in een deel van de gevallen te genezen door operatief ingrijpen. Dit streven naar ‘normalisering’ van hermafroditisme klinkt ook door in de juridische bronnen, waar we vernemen dat een hermafrodiet als getuige bij testamenten kon optreden mits kon worden vastgesteld wat het dominante geslacht was; zelf een erfgenaam aanwijzen kon alleen wanneer dat dominante geslacht het mannelijke was.

Jansen concludeert dat de opvattingen over het derde gender de nodige nuances lieten zien, maar dat de medische praktijk en juridische regelgeving erop gericht waren het binaire geslachtsysteem zo strikt mogelijk te handhaven. “Wilde men ‘normaal’ door het leven gaan, dan diende men zich zo goed mogelijk te conformeren.”

Te lezen in Lampas 56.3. Berichten van Lampas mogen gedeeld worden, graag zelfs.

Religie van alledagIn de vierde eeuw van onze jaartelling ontwikkelde het christendom zich van de religie van een vervol...
10/11/2023

Religie van alledag

In de vierde eeuw van onze jaartelling ontwikkelde het christendom zich van de religie van een vervolgde minderheid tot de enige officiële godsdienst binnen het Romeinse rijk. Die ontwikkeling ging volgens een gangbare voorstelling gepaard met een golf van orthodox-christelijk geweld tegen andersdenkenden: ‘heidenen’, ‘ketters’ en joden. In haar inaugurele oratie als bijzonder hoogleraar Antieke godsdiensten aan de Radboud Universiteit heeft Lucinda Dirven deze beeldvorming tegen het licht gehouden. Zonder de realiteit van interreligieus geweld in de Late Oudheid te ontkennen, wijst zij erop dat de focus op geweld en conflict een eenzijdig en vertekend beeld van de sociale werkelijkheid oplevert. Deze valstrik probeert ze te vermijden door toepassing van het concept ‘religie van alledag’. De centrale gedachte van dit concept is dat de normen die door leiders van religieuze gemeenschappen worden geformuleerd, niet altijd worden nageleefd in de sociale contexten waarin hun aanhangers opereren. Waar de leiders van sommige religieuze gemeenschappen prediken dat religieuze identiteit alle domeinen van het dagelijks leven zou moeten bepalen, kunnen hun aanhangers zeer wel hun eigen plan hebben getrokken. Maar hoe krijg je een vinger achter de ‘religie van alledag’ in het Romeinse rijk van de derde en vierde eeuw? Onze literaire bronnen voor religieuze ontwikkelingen in deze periode zijn immers voor het merendeel geschreven door christelijke leiders, die niet wars waren van propaganda en overwinningsretoriek. Toch is, betoogt Dirven, de taak van de historicus niet hopeloos, met name voor twee gebieden waar nu juist een groot deel van de verhalen over religieuze conflicten vandaan komt: Syrië en Egypte. Een genuanceerder beeld van de interactie tussen religieuze groeperingen is mogelijk, als we literaire bronnen ‘tussen de regels’ lezen én als we papyri en niet-tekstuele bronnen ten volle benutten. Als voorbeeld van niet-tekstuele bronnen leidt Dirven ons rond in het gevarieerde cultische landschap van Dura-Europos. Maar liefst 19 heiligdommen zijn daar opgegraven, waaronder een rijk met figuratieve voorstellingen beschilderde synagoge. Aan het tweede gebod (‘Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken’) lieten de joden in de kleine stad aan de Eufraat zich kennelijk weinig gelegen liggen.

Een licht bewerkte versie van de inaugurele oratie is te lezen in Lampas 56.3. Berichten van Lampas mogen gedeeld worden, graag zelfs.

Afgelopen woensdag vond uw redacteur bij thuiskomst Lampas 56.3 op de deurmat; online was het nummer al sinds eind septe...
23/10/2023

Afgelopen woensdag vond uw redacteur bij thuiskomst Lampas 56.3 op de deurmat; online was het nummer al sinds eind september beschikbaar. In drie van de vier artikelen staat genderthematiek centraal: Jacqueline Klooster bespreekt recente romans waarin Griekse mythen vanuit vrouwelijk perspectief worden herverteld; aanspreekvormen van mannen en vrouwen bij Sophocles vormen het onderwerp van de bijdrage van Karin Dijkstra; en Rik Jansen onderzoekt hoe men in de Grieks-Romeinse wereld aankeek tegen mensen die niet in het binaire geslachtssysteem (m/v) konden worden ingepast. Het vierde en laatste artikel, van Lucinda Dirven, gaat over confrontaties tussen en co-existentie van aanhangers van verschillende religies in Klein-Azië en Syrië gedurende de 3de en 4de eeuw na Chr., de periode die getuige was van de ontwikkeling van het christendom tot enige officiële godsdienst in het Romeinse rijk. De komende tijd zullen we enkele artikelen uit dit nummer signaleren.

Abonnees van Lampas die in 56.3 het artikel van Jacqueline Klooster over hervertellingen van klassieke mythen vanuit vro...
21/10/2023

Abonnees van Lampas die in 56.3 het artikel van Jacqueline Klooster over hervertellingen van klassieke mythen vanuit vrouwelijk perspectief hebben gelezen (of het voornemen hebben dat nog te doen), zijn misschien ook geïnteresseerd in deze lezing, 26 oktober op het Koninklijk Nederlands Instituut in Rome. Je hoeft er niet voor af te reizen naar de eeuwige stad: er is een livestream.

In her talk, Emily Hauser will return to one of the oldest stories of Greek myth – the Trojan War – and ask why there has been such an upswing in recent years in looking at the tale from the point of view of women. Bringing myth and history together, Emily will explore what historical...

Begin deze maand overleed Albert Rijksbaron, emeritus hoogleraar Oudgriekse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam....
21/10/2023

Begin deze maand overleed Albert Rijksbaron, emeritus hoogleraar Oudgriekse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Op de website van de UvA wijdt Luuk Huitink een mooi In memoriam aan hem. Daarin signaleert hij onder andere dat de overledene het langstzittende redactielid van Lampas was (van 1972 tot 2005).

Op 2 oktober jongstleden is Albert Rijksbaron op tachtigjarige leeftijd overleden. Hij was vanaf 1969 als medewerker verbonden aan de UvA, vanaf 2000 tot aan zijn emeritaat in 2005 als hoogleraar in de Oudgriekse taalkunde.

Lampas 56.3 staat online:
30/09/2023

Lampas 56.3 staat online:

Lampas, tijdschrift voor classici is het Nederlandstalige wetenschappelijke tijdschrift voor de bestudering van de Grieks-Romeinse Oudheid. Sinds zijn oprichting in 1968 heeft Lampas als doel om een brug te slaan tussen enerzijds het onderzoeksveld en anderzijds docenten, studenten en overige geïnt...

De Akropolis in Athene met het Parthenon en het Erechtheion: iedere toerist brengt een bezoek aan deze imposante monumen...
17/07/2023

De Akropolis in Athene met het Parthenon en het Erechtheion: iedere toerist brengt een bezoek aan deze imposante monumenten, bijna iedereen heeft wel eens een foto ervan gezien. Het lijkt erop dat we na 2500 jaar wel alles weten over deze twee gebouwen. Maar niets is minder waar. In zijn artikel "Parthenōn en Erechtheion. Een zoektocht naar heilige huizen op de Akropolis van Athene" laat Janric van Rookhuijzen zien dat veel nog onduidelijk is. De literaire teksten en inscripties over de twee gebouwen zijn moeilijk te combineren met de archeologische resten. De archeologische resten leiden niet tot een eenduidige interpretatie van de functie van de gebouwen. Hij stelt vervolgens de traditionele identificatie van de twee gebouwen ter discussie, door de geschreven bronnen en archeologische vondsten nog eens goed te evalueren. De twee namen, Parthenon en Erechtheion, blijken van veel recenter datum dan je zou denken. Van Rookhuijzen laat daarom deze namen voor wat ze zijn en kijkt met een frisse blik naar de teksten en de vondsten. Hij komt met argumenten voor een alternatieve identificatie, die beter past bij zowel de teksten als de vondsten en die deze lezer hebben overtuigd. Als er iets Parthenon heette, dan was dat een onderdeel van wat nu bekend staat als het Erechtheion. Als er iets Erechtheion heette, dan was dat te vinden in de schamele resten tussen wat we nu het Parthenon en wat we nu het Erechtheion noemen. Een uitvoerige argumentatie lees je in Lampas 56.2, waar je ook afbeeldingen en plattegronden van alle besproken gebouwen vindt. En zelfs als je je niet volledig laat overtuigen door Van Rookhuijzens hypothese, hij geeft je in elk geval de gelegenheid ‘deel te nemen aan deze spannende speurtocht.’

Berichten van Lampas mogen worden gedeeld, graag zelfs! De redactie wenst iedereen een goede zomer!

Nadat Lampas 56.2 eerder deze maand al online was verschenen, ontvingen onze abonnees afgelopen week het papieren exempl...
26/06/2023

Nadat Lampas 56.2 eerder deze maand al online was verschenen, ontvingen onze abonnees afgelopen week het papieren exemplaar, met artikelen over het Parthenōn en het Erechtheion op de Atheense akropolis (Janric van Rookhuijzen), over beach parties in Baiae en meten met twee maten bij Cicero (Stijn Timmermans), over polyglossie en politieke ambities bij Cleopatra (Rolf Strootman), en over recht en krom bij Tacitus (Renske Janssen). De komende weken proberen we enkele artikelen uit dit nummer te signaleren.

Lampas 56.2 staat online.
16/06/2023

Lampas 56.2 staat online.

Lampas, tijdschrift voor classici is het Nederlandstalige wetenschappelijke tijdschrift voor de bestudering van de Grieks-Romeinse Oudheid. Sinds zijn oprichting in 1968 heeft Lampas als doel om een brug te slaan tussen enerzijds het onderzoeksveld en anderzijds docenten, studenten en overige geïnt...

In 369 v.Chr. stichtte de Thebaanse veldheer Epaminondas de stad Messene, als centrale polis van het landschap Messenia ...
26/04/2023

In 369 v.Chr. stichtte de Thebaanse veldheer Epaminondas de stad Messene, als centrale polis van het landschap Messenia (Zuidwest-Peloponnesus), dat hij zojuist van een eeuwenlange Spartaanse overheersing had bevrijd. Deze stad staat centraal in een artikel in het eerste nummer van de lopende jaargang van Lampas: ‘Asclepius in Messene’ van Jaap-Jan Flinterman en Mieke Prent. In de late derde of eerste helft van de tweede eeuw verrees in het centrum van Messene een Asclepieum. Het was het imposantste heiligdom van de stad. De vraag die de auteurs proberen te beantwoorden is waarom de burgers van Messene juist in deze jaren zo’n magnifiek heiligdom voor de genezende god bouwden. Het antwoord gaan we hier niet weggeven, maar de zoektocht levert gevarieerde lectuur op. We horen dat Messenia een specifiek-regionale Asclepius-mythologie kende waarin de heros-god een heuse Messeniër was. We wandelen door het Asclepieum, bewonderen de highlights en zien hoe de verschillende ruimtes werden gebruikt. En we nemen een duik in de Messeense geschiedenis van de hellenistische periode. Volgens de auteurs is Messene een opgraving die niet mag ontbreken in het programma van een oudheidkundig georiënteerde Griekse reis, al dan niet met educatief doel. Een goede gelegenheid voor een (nadere) kennismaking.

In het artikel is een plattegrond van het Asclepieum opgenomen. Hoewel de drukker een zeer scherpe afbeelding heeft gerealiseerd, vind je het misschien prettig over een wat grotere versie te beschikken. Zo’n grotere versie kan worden gedownload van de website van het tijdschrift Kernos. In de eerste opmerking tref je daarvoor een link aan.

Te lezen in Lampas 56.1. Berichten van Lampas mogen gedeeld worden, graag zelfs.

In ‘Grieks zonder grenzen’ neemt Casper de Jonge stelling tegen de opvatting dat de Griekse literatuur uit de keizertijd...
12/04/2023

In ‘Grieks zonder grenzen’ neemt Casper de Jonge stelling tegen de opvatting dat de Griekse literatuur uit de keizertijd vooral wordt gekenmerkt door een obsessie met het klassieke verleden. De Jonge betoogt dat auteurs die zich in de eerste eeuwen na Chr. van het Grieks bedienden, juist op allerlei manieren reflecteerden op hun eigen tijd, waarin de wereld groter, diverser en multicultureler was geworden. Een onderscheidend kenmerk van hun literaire productie zoekt hij in een openheid voor interculturele dialogen; de ondertitel van het artikel luidt ‘Interculturele dialogen in de Griekse literatuur van de Romeinse Keizertijd’. Bevestiging van de juistheid van zijn visie vindt hij in een epigram van Crinagoras van Mytilene, waarin hij kritiek op de ongebreidelde imperiale ambities van Rome leest; in het literair-kritische traktaat ‘Het sublieme’, waarin de auteur het scheppingsverhaal uit Genesis 1 vergelijkt met passages uit de Ilias; en in ‘Ware Verhalen’ van Lucianus, die Homerus uit Babylon laat komen. De Jonge laat overtuigend zien hoe interessant de polyfone Griekse literatuur van de Keizertijd is. Toch vindt hij dat ‘de archaïsche en klassieke Griekse literatuur in het onderwijs terecht de meeste aandacht krijgen’. Terecht? Misschien wel, maar lezing van De Jonge’s artikel – een licht bewerkte versie van zijn inaugurele oratie als hoogleraar Grieks in Leiden – bevestigt dat een auteur uit de keizertijd als Lucianus terecht een plaats in het onderwijs heeft.

Te lezen in Lampas 56.1. Berichten van Lampas mogen gedeeld worden, graag zelfs.

Nadat half maart Lampas 56.1 al online was verschenen, hebben onze abonnees afgelopen week de papieren versie van het ee...
03/04/2023

Nadat half maart Lampas 56.1 al online was verschenen, hebben onze abonnees afgelopen week de papieren versie van het eerste nummer van de nieuwe jaargang ontvangen. Met twee artikelen over eindexamenauteur Ovidius, van Stephanie McCarter (‘Ovid’s Cephalus and the dangers of mistranslation’) en Suzanne Adema (‘Hoe herkennen we de emoties van Ovidius’ Aglauros, Pyramus en anderen?’); de tot artikel omgewerkte inaugurele oratie als hoogleraar Grieks in Leiden van onze oud-hoofdredacteur Casper de Jonge (‘Grieks zonder grenzen’); en een artikel van Jaap-Jan Flinterman en Mieke Prent over het hellenistische Asklepieion in Messene (‘Asclepius in Messene’).

Vandaag begint de Week van de Klassieken 2023, met als thema 'Revoluties in de Oudheid'. Vanavond is er de Ken-Uw-Klassi...
23/03/2023

Vandaag begint de Week van de Klassieken 2023, met als thema 'Revoluties in de Oudheid'. Vanavond is er de Ken-Uw-Klassieken Pubquiz, waar wij ongetwijfeld veel lezers van ons tijdschrift zullen tegenkomen. Iedereen veel succes en vooral plezier toegewenst! Het hele programma vind je op de website van de Week (https://www.weekvandeklassieken.nl/ #/); veel informatie ook op de FB-pagina: https://www.facebook.com/weekvandeklassieken/

Lampas 56.1 staat online.
14/03/2023

Lampas 56.1 staat online.

Lampas, tijdschrift voor classici is het Nederlandstalige wetenschappelijke tijdschrift voor de bestudering van de Grieks-Romeinse Oudheid. Sinds zijn oprichting in 1968 heeft Lampas als doel om een brug te slaan tussen enerzijds het onderzoeksveld en anderzijds docenten, studenten en overige geïnt...

‘De auteur is dood’, zeggen de auteursIn een themanummer over de doorwerking in de wereld van de klassieke studiën van ‘...
27/01/2023

‘De auteur is dood’, zeggen de auteurs

In een themanummer over de doorwerking in de wereld van de klassieke studiën van ‘De dood van de auteur’ mag een bijdrage over het essay zelf en zijn ontstaanscontext in de jaren ’60 niet ontbreken. Maarten De Pourq neemt die bijdrage voor zijn rekening. De titel van zijn artikel, ‘“De Auteur is dood,” zeggen de Auteurs’, verwijst naar het ironische gegeven dat Barthes zich voor zijn doodverklaring van de auteur beriep op een imposante reeks canonieke vertegenwoordigers van de Europese modernistische literatuur.

De achtergrond van ‘De dood van de auteur’ werd gevormd door een controverse tussen Barthes en de gerenommeerde letterkundige Picard over de interpretatie van Racine. Picard beschuldigde Barthes van mystificatie en bedrog. Lampas-lezers die het artikel van Eelco Glas hebben gelezen (zie ons vorige bericht), weten inmiddels dat zelfverdediging een uitstekend middel is voor zelfrepresentatie, en zullen dus niet verbaasd opkijken als ze vernemen dat deze rel Barthes’ reputatie geen kwaad deed. Maar dat terzijde.

De dood van de auteur is in Barthes’ essay de voorwaarde voor de geboorte van de lezer. De lezer die Barthes voor ogen stond, is echter geen reëel bestaande lezer, met een specifieke sociale, historische of persoonlijke identiteit, maar ‘de plaats waar de tekst zich realiseert’. Door ‘wat taal vermag’ centraal te stellen greep Barthes terug op een gedachte die hij al in 1941 in een scriptie had verwoord met een citaat van de toneelschrijver Paul Claudel: ‘Ce n’est pas un auteur qui parle, c’est une parole qui agit.’ Ook hier weer ironie: door een citaat aan te halen ‘parafraseert’ De Pourq de enkele jaren geleden teruggevonden scriptie, die hij van de bezorgers in spe niet mag citeren. De scriptie ging over evocaties en incantaties in klassieke Griekse tragedies, en De Pourq demonstreert hoe constante confrontatie met de ambiguïteit van de Griekse tragedie in de spiegel van Friedrich Nietzsche en Jean-Pierre Vernant fundamenteel was voor de intellectuele ontwikkelingsgang die resulteerde in ‘De dood van de auteur’.

Complexe, maar verhelderende lectuur, in Lampas 55.4.

Address


Alerts

Be the first to know and let us send you an email when Lampas posts news and promotions. Your email address will not be used for any other purpose, and you can unsubscribe at any time.

Contact The Business

Send a message to Lampas:

Shortcuts

  • Address
  • Alerts
  • Contact The Business
  • Claim ownership or report listing
  • Want your business to be the top-listed Media Company?

Share