08/09/2024
Juist journalisten horen consequent op de waarheid te hameren. Waarom gebeurt dat dan zo vaak niet?
Beeld Zeloot
Na het debat tussen Harris en Trump, komende dinsdag, zal het ongetwijfeld vooral weer gaan over hóé de kandidaten hun standpunten verwoordden, en niet over wat ze zeiden. Je reinste waarheidsverwaarlozing, vindt Kasper C. Jansen. Waarom zien we daar – keer op keer – de gevaren niet van in?
Kasper C. Jansen 7 september 2024, 05:00
Aanstaande dinsdag staat het eerste verkiezingsdebat gepland tussen Kamala Harris en Donald Trump. Wie van de twee de beste indruk zal achterlaten, kan niemand voorspellen, evenmin als wie de verkiezingen zal winnen.
Maar dat niemand dat kan voorspellen, komt doordat iets anders juist heel eenvoudig te voorspellen is: de beslissende factor zal níét zijn wie het meest de waarheid spreekt. Immers, als de waarheid centraal stond in de race om het presidentschap, konden we Harris vandaag al tot winnaar uitroepen. (Hetzelfde geldt overigens voor andere mogelijke graadmeters, zoals rechtsstatelijkheid, omgang met het democratische proces, wel of geen veroordeelde crimineel zijn.)
Over de auteur
Kasper C. Jansen is schrijver en bekend van De snijtafel, een YouTubeserie en podcast waarin hij populaire cultuur ontleedt en bekritiseert.
Dit is een ingezonden bijdrage, die niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Volkskrant reflecteert. Lees hier meer over ons beleid aangaande opiniestukken.
De nasleep van het vorige debat, tussen Joe Biden en Donald Trump op 27 juni, geeft een goede indicatie van wat wél centraal zal staan. Haast alle media-aandacht was toen gericht op de frêle, vermoeide en soms warrige uitstraling van Biden. The New York Times alleen al bracht het 192 keer ter sprake in de eerste twee weken na het debat.
Dat Biden grotendeels de waarheid sprak, terwijl Trump aan de lopende band loog, was een terzijde, als het al werd vermeld. De al langer bestaande zorgen over Bidens fitheid, die hier hun climax vonden, mogen deels oprecht en terecht zijn geweest, maar rechtvaardigen niet een dergelijke veronachtzaming van de feiten.
Bovendien kunnen we zeker niet uitsluiten dat de langdurige mediafocus op Bidens ouderdom in plaats van op Trumps kwaadaardige leugens, incompetentie én minstens zo alarmerende ouderdom heeft bijgedragen aan de zorgwekkende peilingen die uiteindelijk maakten dat Biden zich terugtrok als kandidaat. Biden had veruit de beste inhoud, maar werd afgerekend op de vorm.
Mocht je denken: ja, in Amerika gaat dat zo! – de berichtgeving van de NOS was teleurstellend overeenkomstig. Het NOS-artikel over het debat miste vakkundig iedere gelegenheid de waarheid te benoemen. Retorische prestaties durfde de omroep nog wel zelf te recenseren: ‘De Republikeinse achterban zal tevredener zijn over hoe het debat ging dan de Democraten. Trump was energieker en sprak duidelijke taal. Biden meanderde vaak in zijn antwoorden, verbeterde zichzelf geregeld en raakte soms helemaal de draad kwijt.’
Wat betreft de talloze leugens van Trump nam de NOS géén standpunt in. Meerdere leugens werden zelfs herhaald zonder commentaar, waaronder Trumps bewering dat ‘iedereen wilde’ dat het abortusrecht zou worden afgeschaft, zijn bewering dat niet hij maar Nancy Pelosi verantwoordelijkheid draagt voor de Capitoolbestorming op 6 januari 2021, en zijn bewering dat de bestormers vreedzame patriotten waren. Het artikel noemde Trump alleen een leugenaar bij monde van Biden en andere Democraten.
Van waarheid tot mening
Het is een veelgebruikte manier om stellingname te vermijden: de waarheid de-escaleren tot een mening, die mening opschrijven als een citaat en dat citaat je journalistieke taak laten doen. In een eerder NOS-artikel, over Trumps strafvervolging voor zijn pogingen de verkiezingsuitslag in 2020 te beïnvloeden, stond dat Trump ‘bleef volhouden dat hij de verkiezingen had gewonnen, en niet Joe Biden’. Volgende zin: ‘Die beweringen waren, aldus de aanklacht, ‘onjuist en Trump wist dat ze onjuist waren’’ (cursivering in citaten: KCJ).
Deze grove leugen van Trump is dermate gevaarlijk dat hij te boek kwam te staan als hét 21ste-eeuwse voorbeeld van een Big Lie, maar de NOS besteedt de cruciale weerlegging (‘onjuist’) uit aan de openbaar aanklager, wat een partijdige schijn geeft aan een feitelijke constatering. Zelfs in een artikel dat, toegegeven, deels gaat over wat er precies in de aanklacht staat, is het onverantwoord deze gelegenheid tot stellingname niet te benutten.
Waar je de feiten aan onterechte twijfel blootstelt door hen zonder onderscheid naast leugens te plaatsen, krijgen de leugens er juist cachet door. Dit punt maakte klimaatredacteur Rolf Schuttenhelm toen hij in juli zeer publiekelijk ontslag nam bij de NOS. Hij laakte dat de omroep te veel ruimte biedt aan onwaarheden, met name Russische desinformatie, door deze zonder redactioneel commentaar te citeren.
Helaas is de NOS niet de enige die zich misleidend neutraal opstelt. Op 24 juli schreef bijvoorbeeld de Washington-correspondent van NRC: ‘Trump wordt door tegenstanders als antidemocratisch bestempeld sinds hij weigerde toe te geven dat hij de verkiezingen van 2020 verloor en hij zijn aanhangers aanmoedigde naar het Capitool te trekken.’ Aan de macht proberen te blijven terwijl je de verkiezingen verloren hebt, ís antidemocratisch en een goede krant hoort dat stempel zelf uit te delen. Maar uit deze beschrijving van Trumps gedrag blijkt niet eens duidelijk dat dát is wat hij gedaan heeft.
Fox News-host Sean Hannity interviewde Donald Trump deze week in Pennsylvania uitgebreid over mogelijke verkiezingsthema’s.Beeld AFP
Het gebeurt ook zeker niet alleen in berichtgeving over de Amerikaanse verkiezingen. Over Russische desinformatie gesproken: op 25 juni plaatste het AD een artikel over het arrestatiebevel dat het Internationaal Strafhof (ICC) uitvaardigde tegen Russische oud-minister van Defensie Sergej Sjojgoe en stafchef van het Russische leger Valeri Gerasimov. Het artikel stelt dat er ‘volgens het ICC gegronde redenen zijn om aan te nemen’ dat Sjojgoe en Gerasimov verantwoordelijk zijn voor aanvallen op burgerdoelen. Aan het einde staat bij wijze van wederhoor en zonder commentaar: ‘De Russen (…) ontkennen burgers of burgerdoelen aan te vallen.’
Het AD noemt niet de vele betrouwbare berichten over Russische aanvallen op burgerdoelen onder leiding van deze twee mannen, en dat de Russische ontkenning dus leugenachtig is.
Nu.nl berichtte hetzelfde over dit arrestatiebevel en voegde nog toe, eveneens zonder commentaar, dat de Russische veiligheidsraad (de naam alleen al) het arrestatiebevel tegen Sjojgoe ‘onbeduidend’ noemde en zag als ‘oorlog voeren tegen Moskou op zoveel mogelijk manieren’.
Waarheidsverwaarlozing
Schuimbekkende waarheidsontkenning, zoals we die zien in onder andere de discussies over klimaat, covid en stikstof, is niet iets waar je snel een serieuze Nederlandse journalist op zult betrappen. Schouderophalende waarheidsverwaarlozing, het niet noodzakelijk of wenselijk vinden om de waarheid steeds te achterhalen, te eisen of te benadrukken, kom ik echter zeer regelmatig tegen. Het uit zich niet alleen in hoe bepaalde waarheden ontweken, geminimaliseerd of gedelegeerd worden, maar ook in wie er tegenover wie wordt geplaatst in talkshows en het type vragen dat interviewers stellen (‘Heel veel mensen vinden A. Waarom zegt u dan toch B?’, terwijl A onzin is en B klopt).
Juist van journalisten zou je mogen verwachten dat ze consequent waarheden benoemen en onwaarheden weerspreken. Waarom gebeurt het dan zo vaak niet?
In sommige gevallen kan tijdgebrek de verklaring zijn. Een meningenoverzicht is immers sneller opgesteld dan een feitenoverzicht.
Angst voor agressie is helaas ook een voor de hand liggend antwoord, zeker in het geval van de NOS, die in 2020 om veiligheidsredenen haar logo’s heeft moeten verwijderen van haar satellietwagens. Als een deel van de samenleving razend wordt zodra het de waarheid hoort, is het verleidelijk de waarheid in het midden te laten.
Sire riep hier vorig jaar zelfs actief toe op met een campagne onder het mom: ‘Verlies elkaar niet als polarisatie dichtbij komt.’ Een van de tips om uit onze poolcirkels te raken en elkaar te ontmoeten in warmere streken, luidde: ‘Accepteer dat we nou eenmaal verschillen.’
Prima advies wanneer de discussie gaat over de fijnst zittende pantoffels. Maar wanneer een van de opponenten in de werkelijkheid leeft, terwijl de andere QAnon of de platte aarde staat te verdedigen, voelt ‘accepteer dat mensen verschillen’ wat al te neutraal. En dat tweede is het type onenigheid waar deze campagne over ging. In geen van de twaalf tips vermeldde Sire de veelal extreme onjuistheid van een van de twee ‘polen’ in onze gepolariseerde discussies.
‘Een andere kijk op de feiten’
De campagne sloot wat dat betreft mooi aan bij hoe Onze Taal in 2021 het woord ‘wappie’ definieerde: ‘een persoon die een andere kijk op de feiten heeft, bijvoorbeeld als het gaat om het pandemiebeleid, en die daarom soms raar wordt gevonden’.
Inmiddels hebben de wappies ook een andere kijk ontwikkeld op het Rijksvaccinatieprogramma en heeft de vaccinatiegraad een zorgwekkende daling ingezet. Daarom mochten, in een artikel van 28 maart, ouders die hun kinderen niet laten vaccineren in de Volkskrant vertellen ‘wat hen beweegt’. Zoals te verwachten viel, kwamen er onwaarheden voor de dag.
Ik begrijp dat een artikel over de belevingswereld van een groep mensen iets anders is dan een droog nieuwsbericht. Tegelijkertijd zie ik het als een onderdeel van waarheidsverwaarlozing dat zo veel journalistiek over iets ánders gaat dan de waarheid.
En zelfs in een dergelijk stuk hoef je als krant geen levensgevaarlijke lariekoek onweersproken af te drukken. Eén geïnterviewde gelooft niet ‘dat een hoge vaccinatiegraad (…) bijdraagt aan het uitbannen van deze ziekten’. De hoge vaccinatiegraad is de enige reden dat er niet ieder jaar honderden kinderen nodeloos overlijden, is de polariserende werkelijkheid die de krant hier verzuimt te vermelden, al verwijst het artikel uiteindelijk wel naar studies die de effectiviteit van het kinkhoestvaccin aantonen.
Sommige gevallen van waarheidsverwaarlozing zijn zo brutaal en zelfgenoegzaam dat ik minder sympathieke drijfveren vermoed dan tijdgebrek of oprechte ongerustheid over de ‘toon van het debat’.
Arjan Noorlander van Nieuwsuur bijvoorbeeld lijkt amper nog in de waarheid geïnteresseerd. Hij interviewde Frans Timmermans dit voorjaar over zijn niet verwezenlijkte ambitie de grootste te worden met GroenLinks-PvdA. Noorlander en Timmermans blikten terug op een interactie tussen die laatste en Geert Wilders tijdens een verkiezingsdebat; specifiek het moment dat Wilders Timmermans verweet het eigen risico in de zorg niet snel genoeg omlaag te willen brengen.
Journalist en ‘politiek duider’ Noorlander had kunnen opmerken dat de PVV enige tijd ná dat verkiezingsdebat een voorstel van GroenLinks-PvdA om het eigen risico te verlagen, doodleuk wegstemde. Maar Noorlander doet dat niet en vraagt alleen: ‘Ja, wat vond u van die debatten?’ Vervolgens benoemt Timmermans het door Wilders getorpedeerde voorstel en concludeert (terecht) over Wilders: ‘Een hoop getoeter vóór de verkiezingen, maar ná de verkiezingen: híj levert niet.’ Noorlander reageert bijdehand: ‘U noemt het getoeter, maar het wérkte wel.’ Het lijkt de omgekeerde wereld: de politicus wijst op de feiten en de journalist wuift ze weg.
Kwalijke gevolgen
Maar voor de gevolgen van waarheidsverwaarlozing maakt de drijfveer erachter niet uit. Of men de ware toedracht nu veronachtzaamt uit haast, angst voor kogelbrieven, zorgen over polarisatie, cynisme over het democratische proces of met de postmoderne overtuiging dat ‘dé waarheid niet bestaat’, het is allemaal regelrecht in het voordeel van waarheidsontkenners.
Hoe meer je botsingen tussen feit en nonsens tempert met dooddoeners als ‘mensen verschillen’, hoe vaker je de objectieve werkelijkheid wegciteert als standpunt van een der strijdende partijen, de waarheid afdoet als een ‘narratief’ vanuit een bepaald ‘perspectief’ of leugens als ‘handig’ en ‘strategisch slim’, hoe zelfverzekerder de ontkenners zullen worden.
Hoe zelfverzekerder ze worden, hoe harder ze zullen uithalen, verbaal en fysiek, naar de tanende groep waarheidsliefhebbers die hen nog tegenspreekt. Ook leidt veronachtzaming van de feiten ertoe dat meer mensen onzeker zullen worden over wat de waarheid eigenlijk is, hun weerstand tegen leugens verlagend en hun risico verhogend zelf ontkenners te worden.
Dit alles betekent meer polarisatie, wat weer aanleiding geeft tot meer verwaarlozing.
De potentiële gevolgen op langere termijn zijn zichtbaar in landen die de waarheid nog ‘handiger’ naar de achtergrond werken dan wij. Couppleger, aspirant-dictator en leugenmitrailleur Donald Trump maakt in november gewoon weer kans op het Amerikaanse presidentschap.
In Hongarije zijn de ‘mensen met een andere kijk op de feiten’ al enige tijd aan de macht. Waar de NOS nog wordt bestierd door verwaarlozers, is de Hongaarse publieke omroep al overgenomen door ontkenners.
Aan de horizon liggen China en Rusland, waar de waarheid amper nog straffeloos uitgesproken kan worden. Van Vladimir Poetin is overigens bekend dat hij binnen- en buitenland opzettelijk overspoelt met tegenstrijdige informatie, opdat de indruk ontstaat dat de waarheid onkenbaar is en er alleen perspectieven bestaan. Zowel waarheidsontkenning als waarheidsverwaarlozing zijn pijlers van zijn regime, iets dat staatsmedium Russia Today openlijk toegeeft.
Het eindstation is Noord-Korea.
Het einde van de vrijheid
Hannah Arendt schreef terecht in The Origins of Totalitarianism, haar studie van het nationaalsocialisme en het stalinisme uit 1951: ‘De ideale onderdanen voor een totalitair regime zijn niet de overtuigde n**i of de overtuigde communist, maar juist mensen voor wie het onderscheid tussen feit en fictie (…), en het onderscheid tussen waar en onwaar (…) niet langer bestaan.’
Arendt, en ook de in tirannie gespecialiseerde historicus Timothy Snyder, leggen een direct verband tussen de onttroning van de waarheid en de inhuldiging van de dictator, waarbij ze eerder verwaarlozing aanwijzen als het grote probleem dan ontkenning. In zijn boek On Tyranny schreef Snyder: ‘De feiten opgeven is de vrijheid opgeven. Als niets waar is, kan niemand de macht bekritiseren, omdat er geen basis is waarop je dat kunt doen. Als niets waar is, is alles spektakel. De grootste portemonnee betaalt voor de meest verblindende lichten.’
Snyder, een Amerikaan, presenteert dit inzicht niet als een abstracte bespiegeling, maar als een dringende oproep aan zijn landgenoten zich te verzetten voordat het te laat is. De sterke gelijkenis die ik zie tussen de Amerikaanse en de Nederlandse berichtgeving stemt mij pessimistisch over hoe ver wij zelf verwijderd zijn van een autocratische dreiging op Trumpniveau.
De waarheid zoeken en spreken, en leugens weerleggen en veroordelen is je recht als democratische burger, maar net als bij veel andere rechten geldt hier: use it or lose it. Dat maakt het ook tot een plicht. Zoals de onderstreping van waarheden in de media tot protest leidt van ontkenners, zou verwaarlozing moeten leiden tot protest van de rest van de samenleving.
Maar hoe kunnen we van alle burgers verwachten dat ze consequent en luidkeels op de feiten hameren, als de journalisten die hen informeren het niet consequent doen? Het is daarom van het grootste belang dat waarheidsverwaarlozing in al haar vormen wordt verbannen uit de journalistiek. Zin en onzin op gelijke voet plaatsen is geen respectabele middenpositie en ook geen duurzame remedie tegen polarisatie. Het is een zachte afdaling naar het einde van je eigen vrijheid
Na het debat tussen Harris en Trump, komende dinsdag, zal het ongetwijfeld vooral weer gaan over hóé de kandidaten hun standpunten verwoordden, en niet over wat ze zeiden. Je reinste waarheidsverwaarlozing, vindt Kasper C. Jansen. Waarom zien we daar – keer op keer – de gevaren niet van in?