JACK WAS HERE columns en korte verhalen

JACK WAS HERE columns en korte verhalen Columns en korte verhalen over o.a. school, voetbal, opvoeden, militaire dienst, spannende avonturen en vooral heel herkenbare situaties.

BUIKPIJN!Ik geloof best dat u mijn stoelgang niet bepaald een fijn onderwerp vindt om zomaar over te praten. Nou, weet j...
17/11/2024

BUIKPIJN!
Ik geloof best dat u mijn stoelgang niet bepaald een fijn onderwerp vindt om zomaar over te praten. Nou, weet je wat? Zie het dan maar als een soort inleiding naar waar ik eigenlijk over wil vertellen.

Over mijn stoelgang, mag u best weten, ben ik heel tevreden. Op werkdagen krijg ik 's morgens na het ontbijt en het scheren al snel het gevoel dat de grote boodschap zichzelf aandient.

En dat gaat (bijna) dagelijks zo. Ook op zaterdag wil ik graag op tijd uit bed, dus het doordeweekse ritme kan op die dag gewoon in stand gehouden worden.

Op zondag echter, wil ik wat langer blijven liggen. Dan opstaan en de hond uitlaten, ontbijten en nog even tv kijken voordat ik toegeef aan de signalen vanuit mijn buik, dat het tijd wordt om het kleinste kamertje eens op te zoeken.

Op zondagmorgen kijk ik graag naar het programma van Rick Nieman. En als ik de Studio Sportuitzending met de Eredivisiewedstrijden van zaterdagavond deels gemist heb, omdat de slaap het weer eens gewonnen had, kijk ik die even terug.

Tegen de tijd dat dit allemaal afgelopen is, kan het wel eens voorkomen dat er kleine buikkrampen beginnen op te spelen. Het is dan beter om die dan niet langer te negeren.

Laatst was het weer zover. De samenvatting van RKC Waalwijk-N.E.C. was bijna ten einde, toen een licht drukkende pijnscheut links in mijn zij waarschuwde dat ik mij maar eens moest losmaken van de bank en naar 't gemak moest gaan begeven. En vlug!

Omdat het wedstrijdbeeld van RKC-N.E.C. nou niet bepaald leek te gaan kantelen in een gewonnen wedstrijd voor de Waalwijkers, hoefde ik de pauzeknop op de afstandsbediening niet in te drukken.

Verdere details van mijn toiletbezoek zal ik u besparen. Het resultaat zal wel duidelijk zijn. Toch wil ik even benoemen waar ik tijdens 'de zitting' aan dacht: Stel dat de drukkende pijnscheut links in mijn zij iets anders betekende dan een aangekondigde grote boodschap?

Mijn vader had immers vergelijkbare klachten, namelijk het zwevende ribsyndroom (pijn in de bovenbuik links- of rechtsboven). Niet iets waar je dood aan gaat, maar leuk is in ieder geval anders.

Gelukkig dacht ik er de rest van de dag niet meer aan. Temeer omdat de pijnklachten al gauw weer verdwenen waren. Maar toen ik 's avonds naar bed ging en half slaperig onder het dekbed kroop, kwam de pijn links in mijn bovenbuik ineens weer terug. Eerst slechts een klein beetje, echter toen ik iets ging verliggen werd het plotseling veel erger!

Alsof er hard met een bezemsteel in mijn zij werd geduwd, zo voelde het aan. Ik vreesde meteen het ergste. Het zwevende ribsyndroom kon dit vast niet zijn. Dit was veel heftiger. Mijn blindedarm wellicht? Of... K?

Voorzicht ging mijn rechterhand richting de pijnlijke plek. En wat ik voelde maakte mij bang. Ik voelde iets hards. Dat wel zo groot was als een golfbal. O, munne god, dacht ik...

De 'bult' voelde vreemd aan. Koud zelfs. Wat best raar was, als het onder mijn huid zat. Ik kneep er zachtjes in, echter voelde ik niet nog meer pijn. Ik besloot om mijn vrouw wakker te maken. Ging daarvoor rechtop in bed zitten, maar warempel... de pijn was ineens verdwenen! Wat gek! Snel klikte ik mijn bedlampje aan, waarna er voor mijn ogen een vreemd tafereel ontstond...

Door mijn gewoel in bed bleek hond Bo wakker geworden. Toen ze zag dat ik rechtop in bed zat, sprong ze ineens vanaf het voeteneind precies naar de plek waar mijn pijnlijke buik net lag.

Ik keek toe hoe ze daar een roze hardplastic balletje in haar bek pakte, en toen terugsprong naar het voeteneind. Vanwaar ze mij aan ging zitten kijken, alsof het mijn schuld was dat ze haar favoriete speelgoedje kwijt was geraakt.

Op dat moment werd ons Rian wakker. Slaperig vroeg ze: 'Wat ben je allemaal aan het doen, Jack? Moest je alweer plassen? En waarom heb je dat licht toch aan?'

Snel drukte ik het lampje uit. Het leek me zinloos om haar met dit verhaal uit d'r slaap te houden. Ze zou me, denk ik, voor gek verklaren. 'Nee, er is niks', antwoordde ik opgelucht. 'Ga maar lekker slapen. Welterusten.'

EEN COLLEGA IN MIJN BEDTegenwoordig laat ik het wel uit mijn hoofd om op mijn werk nog ondeugende opmerkingen te maken. ...
13/11/2024

EEN COLLEGA IN MIJN BED
Tegenwoordig laat ik het wel uit mijn hoofd om op mijn werk nog ondeugende opmerkingen te maken. Voor je het weet word je beschuldigd van seksuele intimidatie. En wat te denken wat mijn vrouw daarvan gaat vinden? Nee, beter van niet, dus. Maar op deze pagina durf ik het nog wel een keer te benoemen.

Het speelde zich af op het kantoor waar ik werk. Toen ik terug van vakantie kwam. Eén van de dames informeerde naar wat ik zoal ondernomen had. Daar wilde ik graag over vertellen, want we waren voor de zoveelste keer naar Egmond aan Zee geweest. Vooral over het vakantiehuisje, wat we gehuurd hadden.

Ze werd er enthousiast van: 'Oh, dat klinkt goed allemaal. Dat lijkt me wel iets voor mij en mijn man. Heb je misschien een website, waar ik dat huisje ook zou kunnen boeken?' Dat had ik wel. Een paar weken later al, was ze met haar man een weekend in het kustdorp geweest. Bij de koffieautomaat begon ze erover te vertellen.

'Het huisje was inderdaad heel mooi en comfortabel. Alles wat je nodig hebt zit erin. Fijne do**he en een goed bed. Jammer dat we niet zo'n lekker weer hadden.' Terwijl we met thee naar kantoor terugliepen, vertelde ze nog over o.a. de leuke strandtenten en gezellige restaurantjes.

'Weet je wat grappig is?', vroeg ik haar, precies op het moment dat we het administratiekantoor binnenliepen. 'Dat WIJ IN HETZELFDE BED GESLAPEN hebben!'
En juist dát deed de blikken van alle aanwezigen op ons richtten. Haar 3 collega's, de technisch tekenaar, de werkster die daar bezig was, en ook de bedrijfsleider. Oei!

Ons gesprekje over het vakantiehuisje was blijkbaar meteen klaar. Beschaamd en met een rood aangelopen hoofd, ging ze zwijgend zitten. Voorzichtig nipte ze van haar thee. Waarschijnlijk hopend dat er niemand op mijn grap ging reageren.

Of... probeerde ze plotseling opkomende ondeugende gedachten te verdringen?
Hahaha! Foei, Sjakie...

DE TAS VAN SINTERKLAASHet zal ongeveer net na de grote schoolvakantie zijn geweest. Vanaf toen stond de tas er al. Steed...
08/11/2024

DE TAS VAN SINTERKLAAS
Het zal ongeveer net na de grote schoolvakantie zijn geweest. Vanaf toen stond de tas er al. Steeds een beetje verder gevuld met cadeautjes voor 'het heerlijke avondje' op 5 december. Oké, het was wel wat vroeg om daar al aan te denken, maar zoals Rian altijd zei: 'Je kan het maar alvast in huis hebben. Straks vis je ernaast en dan heb je niet wat die kinderen graag willen.'

Natuurlijk is het de goden verzoeken om zo'n grote tas met speelgoed ergens nonchalant in de huiskamer te laten staan. Vooral met drie van die nieuwgierige aagjes om je heen. Maar het gekke was, ze keken er totaal niet naar om. Geen één van die kleine mannen viel het op. Na verloop van tijd werd de tas één met het grote geheel. Een decorstuk.

Wij lieten de tas daarom daar maar staan. Want stel nou dat we hem verplaatst hadden? Of anders gezegd: hem ergens op zolder verstopt zouden hebben? Dan kon je erop wachten dat ie een keer 'per ongeluk' gevonden werd. Dan was alle pret meteen bedorven. Maar even zo goed, het bracht wel een extra lading spanning met zich mee. Voor ons dan.

Toen in november de goedheiligman ergens in ons landje voet aan wal zette, zaten de kinderen al vroeg voor de tv te wachten. Aart Staartjes maakte er altijd een heel spektakel van. En die kinderen van ons maar hopen dat een deel van de vele presentjes, opgestapeld in het ruim van de stoomboot, binnenkort via onze schoorsteen in hun schoen ging belandden.

Ach, jongens! Ze moesten eens weten wat er al die tijd binnen handbereik en haast open en bloot 'verborgen' stond. Intussen waren de beroemde dikke boeken van Bart Smit en Intertoys in de brievenbus bezorgd. Braaf werden er plaatjes van het gewenste speelgoed uitgeknipt en op hun verlanglijstje geplakt. Die, na het zingen van de bekende liedjes, in de schoen werd gedaan en bij de kachel werd gezet.

Destijds bestond het Sinterklaasjournaal nog niet. De intocht op tv wel. Al heel lang zelfs. Ik weet nog dat wij zelf aan de buis van de zwart-wit televisie gekluisterd zaten, toen Mies Bouwman de Sint opwachtte en er een hele leuke uitzending van maakte. Onze kinderen hadden met meneer Aart Staartjes van doen. Ze genoten daar echt van. En ik nog meer. Prachtkerel.

Tegen de tijd dat het heerlijke avondje naderde, moesten de cadeautjes toch maar eens ingepakt gaan worden. Dus toen de kindjes op bed lagen en eindelijk leken te slapen, grabbelde ik de tas achter de dekenkist weg. Rian pakte alles in en ik noteerde er met dikke zwarte stift de bijhorende namen op. Tussendoor schreef ik een brief, 'afkomstig' van de Sint. Op rijm natuurlijk.

Nu zijn onze kinderen volwassen, en hebben zelf voor kleine Sinterklaas-gelovertjes gezorgd. Die bij opa en oma iets op mogen komen halen wat de goedheiligman heeft gebracht. Leuk allemaal, toch? Eerlijk gezegd heb ik met de feestmaand december niet zoveel, maar van het Sinterklaasfeest word ik wel blij van.

Dat speelgoed voor de kleinkinderen staat inmiddels allang bij ons in huis. Want oma handhaaft nog altijd haar standpunt. En ik heb de presentjes maar op zolder gelegd, dus niet ergens nonchalant in een hoek van de huiskamer. Nee, daar wagen we ons geen 2e keer meer aan. Nou, laat de Sint maar komen, wij zijn er klaar voor.

VIER SEIZOENENWeer een nieuwe reeks met 4 seizoenen. Ditmaal zicht op de Drunense Mozartlaan.
27/10/2024

VIER SEIZOENEN
Weer een nieuwe reeks met 4 seizoenen. Ditmaal zicht op de Drunense Mozartlaan.

STOPTOBERLocatie: De overvolle parkeerplaats van Van Cranenbroek, de winkel met 'van alles en nog wat' in Dongen.Dag van...
26/10/2024

STOPTOBER
Locatie: De overvolle parkeerplaats van Van Cranenbroek, de winkel met 'van alles en nog wat' in Dongen.
Dag van handeling: Zaterdag. Eigenlijk een crime om op die dag een warenhuis als deze te bezoeken.
Met: Mijn schoonzuster en ons Rian. Die laatste weet wél op haar duimpje de weg naar, pak 'm beet, de IKEA in Breda te vinden, maar wordt heel onzeker wanneer ze met haar zus naar deze Van Cranenbroek wil gaan. Daarom mag ik voor chauffeur spelen.
Reden: Schoonzus is jarig. Op zulke dagen trakteren de zussen elkaar op een gezellig dagje weg. Naar zee, een stad, of ergens winkelen. De IKEA is een andere keer aan de b***t.

Het verhaal: Nadat ik de dames bij de ingang van het parkeerterrein uit heb laten stappen, zie ik al snel dat het daar weer een gekkenhuis is. Geen plek te vinden om de auto neer te zetten. Stapvoets rijd ik tussen de rijen geparkeerde auto's. Hopend dat er iemand vertrekt. Gelukkig lukt dat. Op een mooie strategische plek. Langs het hek, vlakbij de uitgang van het terrein. De auto heb ik natuurlijk achterwaarts in het vak geparkeerd. Zo heb ik goed zicht op wat er allemaal voorbijloopt.

Zelf gruwel ik van zulke winkels. Als mijn echtgenote hierheen wil, krijg ik spontaan hartkloppingen. Maar vandaag ben ik gevrijwaard om met een winkelkar achter moeder de vrouw aan te moeten sjokken. Dus installeer ik mezelf met een paar koekjes, een fles water en een stapel leesvoer een beetje achterovergeleund achter het stuur. De hond mocht ook mee. Die laat ik daar op het industrieterrein altijd even uit, maar dat had ik thuis al gedaan. Dus alle tijd om eens lekker op mijn gemak te lezen.

De hond heb ik een hondenkoekje gegeven. En een bakje met water. Die gaat lekker slapen. Intussen lopen er mensen voor mijn auto langs om (waarschijnlijk) in file tussen de schappen te schuifelen. Het valt me op dat velen nog even gauw een sigaret opgestoken hebben, voordat ze zich naar binnen begeven. En, om maar direct 'to the point' van dit verhaal te komen: als ze even later terugkomen, roken ze opnieuw. En gaan voorlopig niet stoppen, denk ik.

Misschien heb ik makkelijk praten, want ik heb immers nooit gerookt. Ja, één trek van een sigaret, om precies te zijn. Waarna ik mijn longen haast naar buiten hoestte. 'Ja, en nu moet je dan doorzetten als je ook wilt leren roken', hoorde ik iemand zeggen. Maar ik was er meteen klaar mee. Dit kon nooit goed zijn voor een mens. En maakte 'm direct uit in een a***k. Bah, wat smerig, zeg. Dus als ik al mag zeggen dat ik was begonnen met roken, even zo snel was ik ermee gestopt.

Vroeger rookte bijna iedereen. Mijn ouders ook, net als mijn latere schoonouders. Ons pa vertelde eens dat de huisarts zonder schuldgevoel zijn patiënten voorschreef om te beginnen met roken wanneer ze klaagden over stress of spanningen. 'Dat was toen heel normaal', volgens mijn vader. 'Vooral ook omdat men nog nauwelijks wist wat verslaafdheid betekende. Roken hielp je om wat rustiger te worden. Dus als dat helpt, waarom niet hè?' Nou, aan mij was die rommel niet besteed.

Mijn vrouw rookte al op jonge leeftijd: 'Op verjaardagen stonden er op tafel glaasjes met sigaretten erin. Voor de visite. Dus eigenlijk niet voor kinderen. Als ons pa en ma niet keken, bietsten we een sigaretje en verstopten we die op de kast, of zo. 's Morgens sliepen ze uit en slopen wij naar beneden om gauw de sigaretten op te roken. Tja, hoe oud was ik toen? Een jaar of 13, denk ik.'

Mijn eigen moedertje heeft ook altijd gerookt. Totdat ze in een verzorgingshuis kwam te wonen. Op dezelfde afdeling woonde een dementerende vrouw. Die eveneens altijd gerookt had. Haar familie kocht geen rookwaar voor het menske. Ons ma had haar pakje sigaretten meestal voor zich op tafel liggen. Wanneer ze even van tafel opstond, 'leende' het vrouwtje wel eens een sigaret. Mijn moeder vond dat niet leuk. Op een dag was ze dat zó beu, dat ze riep: 'En nú ben ik het zat!' Waarop ze het pakje sigaretten weggooide en er nooit meer om gevraagd heeft.

Na 40 jaar, en enkele malen proberen te stoppen, is het Rian uiteindelijk ook gelukt om van die verslaving af te komen. Want laten we het zo maar noemen, toch? En zij is daar niet alleen blij mee, ik vanzelfsprekend ook. En goed voorbeeld deed goed volgen. Hoewel niet iedereen uit ons gezin (met aanhang) rookte, inmiddels rookt er nog 1 persoon.

Mocht hij dit verhaal lezen, mag hij gerust weten dat ik heus geloof dat het moeilijk is om ervan af te komen. Maar goed, een tevreden roker is geen onruststoker. Dus dring ik niet echt aan. Zelf keuzes maken, heb ik ze geleerd. Ondanks dat, houd ik niet minder van hem. Dus hoop ik dat het wel goed komt.

PLAT PRAOTENJongste zoon heeft een tijdje een plaatselijk krantje in een paar wijken van ons dorp bezorgd. Dat waren er ...
21/10/2024

PLAT PRAOTEN
Jongste zoon heeft een tijdje een plaatselijk krantje in een paar wijken van ons dorp bezorgd. Dat waren er best wel veel. Daarom hielp ik hem in het begin een beetje mee. Als het niet regende, was het best leuk en gezellig om dat samen te doen. Zelf las ik dat krantje nauwelijks. Naar mijn mening stond er ook niet veel bijzonders in. Maar blijkbaar dachten niet alle dorpsgenoten daar net zo over.

Vooral onder de ouderen was het een klein hoogtepuntje in de week, wanneer het blad in de bus viel. Het kwam zelfs voor dat ik nog bezig was om de krant tussen de borstels van zo'n brievenbus te wurmen, of er werd aan de andere kant van de deur een flinke ruk aan gegeven. Waaruit ik op kon maken dat we door de desbetreffende bewoners bij de brievenbus al opgewacht werden toen we in het begin van de straat gespot werden.

Nieuwgierig naar waar die gretigheid op gebaseerd was, bladerde ik 's avonds wel eens door het krantje. Meestal stond er iets in over de plaatselijke politiek, wie er een gouden bruiloft vierde, verslagen van sportwedstrijden, veel advertenties van lokale kleine ondernemers en wie er een vergunning had bemachtigd om iets aan zijn huis te mogen verbouwen. En, niet geheel onbelangrijk in een dorp, de overlijdensberichten.

Voor mij niks speciaals, dus belandde het krantje al gauw ongelezen bij het oud papier. Zo ging dat jarenlang door. Totdat ik een tijdje geleden opmerkte dat het blad een ware gedaanteverwisseling had ondergaan. Het bevatte zelfs leuke columns van schrijvers uit onze gemeente. De meesten zelfs in dialect geschreven. Dat is mooi. Want op deze manier wordt de streektaal toch een beetje in stand gehouden.

Bij zo'n column staat ook een foto van de schrijver afgedrukt. Zodoende weet je hoe hij/zij eruitziet. En je die persoon dus kunt herkennen wanneer je die in het wild tegenkomt. En ja hoor, laatst had ik er één beet. Mijn favoriete columnist nog wel. Ik kneep hard in mijn fietsremmen, toen ik hem al wandelend herkende. Om meteen een opening tot een gesprekje te forceren, prees ik de verhaaltjes die hij schrijft voor het plaatselijke weekblad.

Hij bleek heel benaderbaar en wel in om even te kletsen. Natuurlijk in dialect. Maar in eerst instantie nog in verstaanbaar Brabants. Ik onderbrak hem: 'Toe Jan, ge kunt gerust plat tegen mij praoten, hor. Want ik kan heul goed verstaon wé gij zéét.' Nou, dat was blijkbaar niet tegen dovemans oren gezegd. Jan brak open: Dèt ie in ut durp bij Luc d'n grûûntenboer waar gewiest. En daor bij ut afrekene iets meegemokt had wèt ie w'schijnlijk vur un verholtje kon gebruike.

Na nog wat interessante weetjes vroeg ik hem waarom sommige in dialect geschreven columns iets minder 'lekker leesbaar' zijn? Heel efkes dacht ie na: 'Ik denk dèt het verschilt hoe dè ge ut opschreft. Mee heul veul leestèkens boven de letters wordt ut nie aalted hendiger om te lezen. Daarom du ik dè nie teveul. De meense wete vast wel wè ik bedoel, toch?'

Helemaal met de schrijver eens, stapte ik maar weer eens op m'n fiets. 'Nou Jan, ik vond ut leuk om jou us in lévende lijve tege te kommen. Succes mee oew verholtjes, war? Houdoe jonge!' Hij groette vriendelijk terug en liep verder voor nog een stukske dur de polder tussen Drunen en Wolluk. Broeiend op de tekst voor een nieuw te schrijven verhaal. Waar u misschien alvast een klein inkijkje van hebt gekregen...
Gemeente Heusden

MAAK DAT JE KIND WIJSSommige ouders laten hun kinderen geloven dat het de kaboutertjes zijn, die de stippen op paddensto...
20/10/2024

MAAK DAT JE KIND WIJS
Sommige ouders laten hun kinderen geloven dat het de kaboutertjes zijn, die de stippen op paddenstoelen zetten en de blaadjes aan de bomen in de herfst een andere kleur geven.

Ook zijn er mensen die hun kinderen wijsmaken dat de overleden grootouders of andere geliefden sterretjes aan de hemel zijn geworden.

Toen ik nog klein was, beweerde mijn moeder dat zij in haar jonge jaren bij het circus had gewerkt. De truc waarmee ze buiten in de tuin de steel van een bezem op haar wijsvinger liet balanceren, maakte diepe indruk op mij. En als je eigen moedertje dat zegt, dan geloof je dat toch?

Nog meer gehoorde leugentjes: dat je nooit leert fluiten wanneer je geen broodkorstjes wilt eten, dat chocolademelk van bruine koeien komt en de ooievaar baby's bezorgt.

Aan zulke fabeltjes heb ik nooit meegedaan. Onze kinderen las ik wel sprookjesboeken voor, maar als ze ergens om vroegen kregen ze een eerlijk en waar antwoord.

Wij vierden trouwens gewoon het Sinterklaasfeest. Dus toegegeven, indirect hebben wij ze de eerste jaren van hun leventjes ook een beetje voorgelogen.

Anderen bleken er zelfs een schepje bovenop te doen. Op hilarische wijze kwamen we daar ooit een keer achter.

Wij reden met onze auto over de Tilburgse Ringbaan-west, met achterin o.a. het dochtertje van één van onze buren.

Op het moment dat we de beroemde rotonde met dat rare huis naderden, vroeg één van mijn (toen nog jonge) zoons wat dat witte verkeersbord betekende, waarop in groene kleur het getal 50 (km) en een paar golvende lijntjes stond.

Voordat ik uit kon leggen waar het werkelijk voor stond, reageerde het meisje enthousiast: 'Dat weet ik! Mijn mama heeft eens gezegd dat als je dat bord ziet, je na 50 kilometer bij een golfslagbad uitkomt.'

Snel zocht ik via de binnenspiegel oogcontact met onze eigen kinderen op de achterbank. Tot mijn grote opluchting zag ik dat zij dat ook met mij deden, waarna ik probeerde heel discreet en onopvallend met mijn hoofd van 'NEE' te knikken. Dat wat het kind gezegd had, niet waar was.

Vanzelfsprekend was het een grapje van haar moeder geweest. Moet kunnen. Maar stel nou dat zij denkt dat het echt waar was en dit nu ook tegen haar eigen kleine kindertjes gaat zeggen?

Vorige week was ik weer eens in Tilburg en reed opnieuw langs die rotonde met dat rare huis. Ik heb goed rondgekeken, het bordje met die golvende lijntjes en het getal 50 hangt er niet meer. Telefonische navraag leerde dat het dus niet meer bestaat. Waarschijnlijk omdat het te veel verwarring had gebracht...

In de jaren '60 deed op een dag het circus van de grote Toni Boltini ons dorp aan. Kinderen uit de buurt kwamen nieuwsgierig even kijken. Aan een kerel met dikke buik en indrukwekkende snor, vroeg ik verlegen of hij ons ma misschien kende? En ook of hij de beroemde truc van haar had gezien? 'U weet wel, met een bezem op haar vingertop!'

Hij moest hard lachen, heel hard. En toen hij daarmee klaar was, meldde hij op serieuze toon dat ik niet zomaar alles moest geloven wat grote mensen allemaal zeggen.

Het was niet dat ik vanaf toen ons ma nooit meer geloofde. Nee, wel had ik besloten om haar beweringen voortaan maar met een korreltje zout te nemen.

OOK GOEIENDAGJe zou het misschien aan mijn soms norse blik niet aflezen, wanneer je mij op straat of in de winkel tegenk...
15/10/2024

OOK GOEIENDAG
Je zou het misschien aan mijn soms norse blik niet aflezen, wanneer je mij op straat of in de winkel tegenkomt. Maar ik houd er wel van, hoor. Het maken van een praatje op straat. Of ja, ook in de supermarkt. Buiten gaan zulke gesprekken vaak over de hond, het weer, de kinderen, kleinkinderen en gezondheid. De volgorde mag u zelf bepalen. Want vaak heeft die smalltalk één hoofdpersoon. En meestal ben ik dat dus niet.

Niet dat dat erg is, hoor. Ik hoef niet zo nodig over mezelf te praten, dat doe ik wel in de verhalen die u hier leest. Soms komt zo'n verhaal juist tot stand na een praatje op straat. En als het te lang over de hond gaat, stel ik wat gerichtere vragen. Wellicht vindt u dat nieuwsgierigheid, ik noem het liever belangstelling. En dat is ook echt zo.

Mijn vrouw is wat dat betreft weer mijn tegenpool hierin. Die gaat naar de winkel enkel om boodschappen te doen. Buurten doet ze wel met vriendinnen of familie. Dus groet ze mensen die ze kent en loopt liever door.
Wanneer wij samen bijvoorbeeld naar de Jumbo gaan, loopt zij al bij het brood en banket, en sta ik nog voorin bij de groenten, omdat ik daar een kameraad van de voetbalclub trof, die ook op sleeptouw werd genomen door diens vrouw.

Als ik zo'n gesprek uiteindelijk heb kunnen afronden, zoek ik tussen de schappen naar mijn vrouw. Die meestal allang gevonden heeft wat we nodig hebben en inmiddels bij de kassa staat te wachten tot ik ten langen leste op kom dagen. Een beetje bestraffend kijkt ze me dan weleens aan: 'Nou, het was weer gezellig om met jou boodschappen te doen.'

Zoals ik al zei, hoor ik regelmatig hoe het anderen vergaat. En dan weet ik dat ik niet echt te klagen heb. Het kan altijd erger. Dus laat ik liever anderen hun zegje doen. En tel ik daarna mijn zegeningen: dat ik nog gewoon kan werken, bijvoorbeeld. Of fietsen. En zonder zorgen boodschappen kan doen. Eten wat ik wil (niet te veel zout). En andere dingen welke ik beter niet opschrijf, omdat onze kinderen daarvan gruwelen.

Wanneer we weer eens opa en oma mogen spelen, gaan we met die kleintjes in de bolderwagen naar het dorp. Naar de slager (Mogen die kleintjes een plakje worst?) Naar de bakker (Lusten jullie een stukje eierkoek?) Aardig hoor. En overal zie ik gezichten die ik ken. En waar ik 'Hoi!' naar roep. Rian vindt dat allemaal best, als ik maar niet steeds blijf kletsen. Anders staan we er de volgende dag nog!

Dat groeten heb ik trouwens een beetje van ons pa. Die kende natuurlijk veel dorpsgenoten van zijn werk bij LIPS en uit de tijd dat hij voetbalde. Toen Rian en ik kindertjes begonnen op te voeden probeerde ik dat ook aan hen door te geven. Soms voegde ik eraan toe: 'En het kan best zijn dat jij degene bent die als eerste zijn hand opsteekt. Gewoon volhouden. Want aardig zijn kost niks.'

Het valt wel eens tegen hoor, dat Hoi-zeggen. Daarom ben ik tegenwoordig wat ingetogener. Vooral tegen voorbijgangers die doen alsof ze je totaal niet zien, of in-zichzelf-gekeerde-muziek/podcastluisteraars-met-witte-oortjes in. Daar krijg je dus haast geen sjoege van. Hoewel groeten natuurlijk niet verplicht is, vind ik het wel jammer.

Want 'Hoi' zeggen lijkt me toch wel het minste wat je kan doen. Ook tegen oude mannetjes met een soms norse blik.

ALTIJD WIND TEGENDe jeugd van tegenwoordig, of misschien wel alle jeugdige generaties na de mijne. Ze trotseren heftige ...
11/10/2024

ALTIJD WIND TEGEN
De jeugd van tegenwoordig, of misschien wel alle jeugdige generaties na de mijne. Ze trotseren heftige en ook lichte regenbuitjes wanneer ze naar school fietsen, alsof het ze niets deert. Het maakt ze niks uit of ze zeiknat op school komen en met die kleren in de klas moeten zitten. Dat hun spijkerbroek daardoor bijna de hele schooldag plakkerig aan hun benen kriebelt en jeukt? Dûh! Whatever!

Van een regenpak willen ze allang niets meer weten. Nou, volgens mij kan je dan net zo goed in korte broek naar school gaan. Beter natte benen afdrogen dan plakkende broekspijpen. Maar ja, een regenpak is niet goed voor je imago. Ik trek zo'n pak gewoon aan, hoor. Vaak zie ik dan onderzoekende blikken bij jeugdige tegenliggers. Boeien.

Toen ik vroeger van Drunen naar Waalwijk naar school ging, had ik steevast een regenponcho in mijn boekentas zitten. Tegenwind (we hadden altijd wind tegen) was lastig, maar doorweekte kleren vond ik pas goed klote. Zoals gezegd, dan broeide en kriebelde m'n broek de hele dag aan mijn dunne beentjes. Nee, daar had ik geen zin in.

Bij ons thuis hadden we geen auto, dus bij regen of harde wind tegen (alweer?!) kon ons moeder haar kinderen niet even wegbrengen. Dus stoempte ik tussen de weilanden, over de lange polderweg van dorp naar stad. Geen fiets met versnellingen, laat staan eentje met elektrische ondersteuning, of god beter me, een halsbrekend gevaarlijke fatbike.

Grappig, want van die polderweg ligt er vandaag de dag nog een stukje asfalt van een meter of 20. Met zo'n grote witte driehoek erop, die waarschuwt dat je een voorrangskruising nadert. Deze kruising is er tegenwoordig niet meer op die plek. Het A&O-winkeltje van Jan en To Aerts aan de overkant van de Torenstraat trouwens ook niet. De boerderij van Van Dal wordt nu gebruikt door Jong Nederland.

De rest van die polderweg is helemaal weg. Net als de weilanden tussen ons dorp Drunen en de dijk waarop dat witte huis staat (van Lambooij). Alle weilanden en akkers, die ingesloten lagen tussen de achtertuinen van de huizen in de Grotestraat en de Torenstraat, de Heidijk en de Molensteeg met het witte Waterstaathuisje, moesten op een gegeven moment wijken voor nieuw te bouwen huizen.

Maar toen zat ik allang niet meer in Waalwijk op school. Wel herinner ik me dat ik aan het eind van mijn militaire diensttijd op die weg fietste, om in Waalwijk bij het Arbeidsbureau (weer iets van vroeger wat niet meer bestaat) naar een andere baan te zoeken. Bij terugkeer kwam me een wit busje tegemoet.

Dat busje stopte. Het bleek van de Koninklijke Marreschaussee te zijn. Het raampje werd opengedraaid, waarna een hoofd met uniformpet naar buiten gestoken werd. Of ik J. Thomassen was? Wonende in de Lisztstraat te Drunen? Geboren september '61? Allemaal vragen met ja als antwoord. Aardige kerels, want ik mocht met hen meerijden. Echter niet naar ons thuis, maar met handboeien om naar hun kazerne in Vught. Daar sloten ze me op in een cel, maar uiteindelijk liep dit met een sisser af (lees ook: Een beetje dom).

Anders verging het een bekende dorpsgenoot van ons. Tijdens de bouw van de nieuwe wijk Venne-West was de beste man op het idee gekomen om zijn huisje ook maar eens te verbouwen. En omdat er aan de overkant van de straat toch genoeg bouwmaterialen lagen, besloot hij daar eens proletarisch te gaan winkelen. 's Nachts natuurlijk. Want sommige mensen menen dat het dan gratis af te halen is.

Dat werd de volgende morgen natuurlijk door de bouwvakkers opgemerkt. Of de politie erbij gehaald moest worden weet ik niet, want de dader kon immers makkelijk opgespoord worden. Het had die nacht namelijk gesneeuwd, en voetstappen leidden de bouwvakkers direct naar de doe-het-zelver, die doodleuk met de gestolen materialen aan het werk was.

Het laatste wat ik van die weg door de polder kan herinneren, was toen ik bij een revisiebedrijf in Waalwijk werkte. Op mijn fiets ploeterde ik 's morgens tegen wind en regen in (ja, alweer) om naar dat werk te gaan. Zie ik in de verte in de bocht bij het voormalige Autotron de service bus van onze monteur aan komen rijden.

Dat leek mij een mooie kans om enigszins droog op de zaak aan te komen. Dus ik zette even flink aan, om mijn collega bij de Overlaatweg op te wachten en een lift te vragen. Helaas, bij het eind van de polderweg aangekomen stond ik te zwaaien en te roepen om aandacht, echter de beste man zag mij door de regen totaal niet staan met mijn donkerblauwe regenponcho aan. Bah!

O ja, in mijn eerste schooljaar op de LTS, was onze klas op maandagmorgen vrij. Uitslapen dus. Ons ma was vaak zo lief om, voordat ik naar school vertrok, een paar lekkere pannenkoeken voor mij te bakken. Waarna ik met volle maag op weg ging. In de verte zag ik dan de grote kerk boven de huizen uit rijzen. Daarop kon ik zien of ik op moest schieten, of het juist rustig aan kon doen.

Tegenwoordig loop ik af en toe met mijn hond op dat resterende stukje polderweg. En kan ik nog steeds de kerk op het plein zien. Naar mijn werk ga ik op de fiets (nog maar een paar jaar). Wind tegen deert mij overigens ook allang niet meer. Ik heb nu een E-bike. En ziet u bij regenachtig weer een mannetje met feloranje regenkleding fietsen? Dat ben ik, want aan een nat pak heb ik nog steeds een gruwelijke hekel.

BOKSLES IN DE KLASEen 6 kreeg ik voor mijn opstel Nederlands. Een 6! Maar man, wat was ik er blij mee. Temeer omdat dit ...
03/10/2024

BOKSLES IN DE KLAS
Een 6 kreeg ik voor mijn opstel Nederlands. Een 6! Maar man, wat was ik er blij mee. Temeer omdat dit punt voor deze opdracht de hoogste beoordeling van de klas was. De leraar voegde eraan toe: 'En Thomassen, het had je zelfs een hoger punt opgeleverd, wanneer je niet steeds dezelfde storende spelfouten had gemaakt. De rest van de opstellen zijn ondermaats.' En daar konden we het mee doen.

Vanachter mijn lessenaartje zat ik te glunderen alsof ik zojuist een 10 had gekregen. Maar al snel daalde die feestvreugde door het idee dat mijn klasgenoten vast niet zo blij waren met hun onvoldoendes. Ik vreesde dat ze mij daarom als mikpunt voor hun frustratie uit zouden kiezen. Het leek mij op dat moment maar het beste om mijn kop niet te ver boven het maaiveld uit te steken. Een pak rammel op het schoolplein kon die dag zomaar mijn deel in de misère zijn.

Niet dat ik vaak slaag kreeg, hoor. Eén enkele keer: toen ik in een overmoedige bui durfde om een oudere jongen uit Waspik, waarvan zijn gezicht aan heftige acné leed, voor 'puistenkop' uit te maken. Met twee grote stappen was hij bij me, waarna een paar rake stompen tegen mijn schouder en op de rug mijn loon waren voor mijn roekeloze actie. Terugvechten had geen zin. Mezelf kleinmaken en met mijn armen het hoofd beschermen. Als een echte bokser.

In de school werd er ook weleens een opdoffer uitgedeeld. Door één bepaalde leraar welteverstaan. Dhr. Hoeben, zijn naam alleen al werd door sommigen gevreesd. Hij was dezelfde als die alle opstellen van mijn klasgenoten destijds beloonde met onvoldoendes (behalve het mijne, hèhèhè). Ik had veel respect voor die man. Niet om die ene 6. Nee, hij was streng maar rechtvaardig. Precies wat ik toen nodig had. Dus wie zijn Engelse les had geleerd? No problems that day, young man.

Wie het echter waagde een potje bijdehand te gaan zitten doen, of zelfs brutale opmerkingen te maken, kon dat soms duur te komen staan. Zoals een jongen uit Kaatsheuvel. Met zijn haar tot over de schouders, mouwloos truitje (dus blote armen) en zijn vierkante meisjeskoffertje i.p.v. een ouderwetse boekentas, vroeg hij er gewoon om. Nadat hij nét iets te lang de pipo uit zat te hangen, kwam de leraar (waarvan werd gefluisterd dat hij een echte bokser was geweest) met de armen over elkaar voor het lessenaartje van de jongen staan.

Het manneke had totaal geen erg in wat hem te wachten stond. Alle andere klasgenoten zagen in de blik van dhr. Hoeben dat er iets spannends stond te gebeuren. In al zijn onnozelheid dacht de jongen iets over onze leraar te kunnen zeggen. En toen, zomaar uit het niets, zoals een echte bokser het betaamt, gaf Hoeben de ongelukkige een harde somp tegen de linkerschouder. Hilariteit in de klas natuurlijk. De jongen weer een les geleerd, waarna de orde weer hersteld werd.

Soms groeide de vindingrijkheid van leerlingen zelfs bij dhr. Hoeben boven zijn pet. Een gast uit Waalwijk had strafwerk. Toen hij dat op verzoek ergens diep uit zijn broekzak viste en daarna een diverse malen opgevouwen vel papier bij de leraar op zijn bureau neerlegde, wist de docent even niet hoe hij het had. Tussen duim en wijsvinger hield hij het papier omhoog, om zo te proberen de bijna onleesbare regels te ontcijferen.

'Wat moet dit voorstellen?', vroeg hij ontsteld. 'Strafwerk, meneer', antwoorde de slimmerik. Hoeben reageerde kortaf: 'Neem maar weer mee en kom terug met een glad vel papier. Niet zo'n opgefrommeld vodje.' Mijn klasgenoot vouwde het vel papier op, stak het in dezelfde broekzak terug en ging zitten. Een paar dagen later waren we opnieuw bij Hoeben. Die verzocht de desbetreffende jongeman zijn strafwerk in te leveren.

Nu echter, haalde de klasgenoot zijn strafwerk niet uit zijn broekzak, maar uit zijn boekentas. Het leek of hij eieren voor zijn geld gekozen had en de strafregels op een nieuw blad te hebben geschreven. Dat bleek een misvatting. Hoeben keek verbijsterd naar het papier op zijn bureau en schalde met luide stem: 'Wat heeft dit te betekenen?' Waarna hij het vel papier opnieuw tussen duim en wijsvinger optilde.

Met ondeugende glimlach gaf het jong antwoord: 'Ik moest toch een 'glad' papier inleveren? Daarom heb ik het thuis met het strijkijzer van mijn moeder glad gemaakt. Precies wat u wilde.' Voor één keer had de leerkracht geen antwoord, of had hij er geen zin in om hier nog energie in te steken. Voor hem was dit een brug te ver: "Ga maar naar de directeur. Neem dat vodje mee en leg het daar maar uit. Ik denk dat ik jou de komende weken vast niet meer hoef te zien.'

Toen ik begin jaren '70 van onze dorpse basisschool naar het voortgezet onderwijs in de stad ging, hoorde ik daar stoere verhalen over brommers, seks en mooie meiden. Sommigen jongens rookten, durfden van alles te zeggen of uit te halen. Van brutale opmerkingen in de klas tot aan diefstal in winkels aan toe. Als beginnende tiener ging er een compleet nieuwe wereld voor me open. Het was aan-, of afhaken. Desondanks had ik besloten dat het beter was om voorlopig nog maar het brave jongetje uit een klein dorp te blijven.

Adres

Drunen

Website

Meldingen

Wees de eerste die het weet en laat ons u een e-mail sturen wanneer JACK WAS HERE columns en korte verhalen nieuws en promoties plaatst. Uw e-mailadres wordt niet voor andere doeleinden gebruikt en u kunt zich op elk gewenst moment afmelden.

Video's

Delen


Andere Media-/nieuwsbedrijf in Drunen

Alles Zien